Via Van Duin komt hij terecht bij Herman Finkers en Youp van 't Hek. 'Finkers was de eerste die ik live zag in de schouwburg. Dat was een ervaring. Dat licht, die mensen, dat geroezemoes, de magie. Hij had de Vaalserberg op het decor laten nabouwen. Een groot spektakel. Wat moet het gaaf zijn om dat te doen, die mensen mee te nemen, te laten lachen. Dat was het moment waarop het voor mij duidelijk werd dat ik ook cabaret wilde gaan doen.'
Na de middelbare school, die Derks uitzoekt op weeksluitingen en theaterlessen, gaat hij naar de Koningstheateracademie in Den Bosch, om zijn cabaretdroom na te jagen. 'Ik heb nooit een plan B gemaakt, ik was vastberaden dat ik dit wilde.' In 2004 wint hij het Amsterdams Studenten Cabaret Festival en een jaar later de publieksprijs van de Wim Sonneveldprijs op het Amsterdams Kleinkunst Festival. Toch is het niet zo dat dat meteen volle zalen opleverde.
'In 2006 ging ik met mijn eerste voorstelling spelen. In kleine zalen, redelijk goed gevuld. Ik wilde veel spelen, zoveel mogelijk meters maken. Het ging best goed, maar in de jaren die volgden kwam er niet veel meer publiek op de voorstellingen af. Ik heb nooit gedacht aan stoppen, maar had wel het gevoel dat ik iets moest doen om meer mensen te bereiken. Zo gaat Derks op zoek naar nieuwe vormen. Wekelijks schrijft hij columns, die hij op YouTube zet. 'Zo kwam ik terecht bij NPO Radio 1. Mocht ik in de nacht columns voorlezen.'
Daarop volgde De Wereld Draait Door, een beslissend moment in zijn carrière, zegt Derks. 'Dat was ineens zo'n groot podium en zo'n moeilijke klus. Op vrijdag de week samenvatten in tweeënhalve minuut stand-upcomedy. In een televisiestudio. Het was zoeken naar een vorm die werkte.' Lachend: 'Ik ben nog wel eens gebeld door de redactie met de vraag of er die week wat meer grappen in mochten.' Toch geeft Derks opnieuw niet op. 'Als ik mensen wilde bereiken, was dit de manier. Ik geloofde ook wel dat het bij me paste, omdat ik al met de actualiteit bezig was. En ik wilde voorkomen dat ik mezelf over twintig jaar voor mijn kop zou slaan. Zo van: had ik maar.'
En publiek bereiken doet hij. 'In de twee jaar dat ik De Wereld Draait Door heb gedaan, liepen de zalen wel vol, ja.' Vorig jaar zou hij met Voor wat het waard is in Carré staan. Een droom die uitkwam, maar waar tijdelijk een streep doorheen ging door corona. 'In mijn voorstellingen probeer ik een beetje aan te voelen welke kant het opgaat in de wereld. Wat zijn de thema's die urgent worden, zijn en blijven? In mijn columns zou ik het bijvoorbeeld hebben over de toeslagenaffaire en wat er allemaal mis is gegaan, in een voorstelling gaat het over de mentaliteit dat iemand die onderaan de ladder terecht is gekomen, daar zelf schuld aan heeft. Over het idee dat je dan maar harder had moeten werken om niet in de problemen te komen.'