Filmposter The Death of Stalin (foto: Quad Productions).
Het is begin maart 1953. In de studio's van Radio Moskou eindigt een live uitvoering van Mozart's Pianoconcert Nr. 23, met de beroemde pianist Maria Yudina. Als het applaus dooft en de bezoekers richting uitgang bewegen, gaat de telefoon bij de techniek. Comrade Andrej Andrejev, lid van het Politburo en voor deze avond producer van de live show, neemt op. We horen Stalin himself. En de chaos die zijn telefoontje veroorzaakt.
'Comrade Andrejev, graag ontvang ik een plaat van de uitzending van vanavond.'
'Natuurlijk, Comrade Stalin.'
Als de verbinding is verbroken, slaat bij Andrejev angstzweet uit. Hij doet zijn ogen dicht en dan weer open en kijkt vervolgens pleitend naar de technicus die naast hem een appel zit te eten.
'Alsjeblieft, zeg dat je dit hebt opgenomen…'
De verbaasde blik van de technicus zegt alles. Dan, chaos. Andrejev rent naar de uitgang van het zaaltje waar het concert heeft plaatsgevonden, barricadeert de uitgang en sommeert de bezoekers meteen naar hun stoelen terug te keren. De verbaasde musici die nog bezig zijn hun instrumenten in te pakken krijgen dezelfde opdracht, evenals pianist Yudina.
De dirigent wordt naar de controlekamer ontboden. Hij krijgt de opdracht: dit moet over! De hele avond! Want we moeten opnemen, we moeten een plaat maken voor Stalin, we moeten net doen alsof het echt is!
Dan valt de dirigent flauw. Een hartaanval, misschien. Paniek! Andrejev pakt de telefoon. Hij belt half Moskou af — op zoek naar een nieuwe dirigent. Lastig. Niet omdat er weinig dirigenten zijn, maar omdat ze of slapen of dronken zijn.
Militairen worden de stad ingestuurd, op dirigenten-jacht. Eindelijk vinden ze er een, die wordt in zijn pyjama naar de studio gebracht. En het concert wordt overgedaan. Voor een publiek bestaande uit hier en daar de oorspronkelijke concertgangers plus daklozen die van straat werden geplukt. Zo krijgt Stalin zijn plaat: live opgenomen. Maar niet heus.
Tekst loopt door onder de video.