In een interview met Brainwash laat filosoof René ten Bos zien dat de ecologische crisis grote vraagtekens plaatst bij de klassieke Verlichtingswaarden die de mens centraal stellen.
Er zijn geen eenvoudige oplossingen voor zoiets als de reeks van ecologische catastrofes, die we aanduiden met de term Antropoceen. Mensen die in oplossingen denken, geloven dat de kwaal erger is dan de remedie. Je kunt bijvoorbeeld wel zeggen dat we het smelten van de Noordelijke IJskappen tegen moeten gaan door warm water uit de Grote Oceaan niet de IJszee binnen te laten komen. De hele Beringzee te bedijken, met een soort Deltaplan. Dat roept allerlei problemen op, omdat niemand precies weet wat de ecologische consequenties daarvan zijn.
We hebben in het verleden al eerder drastisch geprobeerd in te grijpen in de natuur, zoals het kanaliseren van de rivieren in Bangladesh. Sindsdien is het niet pluis daar, met alle overstromingen. We moeten heel voorzichtig zijn. Ik hou geen pleidooi voor passiviteit, maar we doen er goed aan om dieper na te denken over hoe we ons tot vraagstukken verhouden die met de aarde te maken hebben.
De neiging van regeringen om voor klimaatvraagstukken een radicale, technische oplossing te vinden, aangeduid als geo-engineering of climate-engineering, zal steeds groter worden naarmate deze problemen toenemen. Dan gaan we misschien Aerosol, kunstmatige wolken, in de dampkring spuiten. De druk op regeringen zal alleen maar groter worden. Want, zoals de beroemde filosoof Thomas Hobbes al zei: een staat kan zich alleen legitimeren als ze haar bevolking weet te beschermen. En wereldwijd sterven veel meer mensen aan klimatologie dan aan terrorisme.
Het Antropoceen is geen feest, maar het is geen reden voor mij om te denken dat we allemaal richting Apocalyps gaan. Het moddert wel een tijdje voort. We laten voor jonge mensen die nu rond de twintig zijn, een hele hoop problemen na. Daarvan hopen we dat ze die straks op een of andere manier kunnen oplossen. Ik geloof dat een oplossing vooral begint met een andere denkhouding over de planeet en over dieren.
Lange tijd hebben we wat we 'de natuur' noemen geobjectiveerd en als iets heel passiefs gezien, waar we mee kunnen doen wat we willen. Nu komen we erachter dat dit niet zomaar kan. Onder leiding van ongeëvenaarde wetenschappers als Frans de Waal, zien we nu dat dieren ook emoties en intelligentie hebben, en dat ze complexe samenlevingen construeren. Het begint langzaam door te dringen dat we anders met de natuur om moeten gaan.
De oorzaak van het probleem is dat we een systeem hebben dat we niet zomaar kunnen veranderen. Je kunt niet aan een paar knopjes zitten om een betere vorm van kapitalisme tot stand te brengen. Kapitalisme is een probleem, omdat het verlangens wenst te bevrijden. We kopen niet wat we nodig hebben, we kopen wat we willen. Als we vanaf nu alleen onze behoefte zouden bevredigen en kopen wat we nodig hebben, dan stort het hele systeem in elkaar. En dat kan niet. Daar moet je over nadenken. Hoe temper je de verlangensstructuur? Het is een libidineus systeem, zeer genotzuchtig. Als de mens zichzelf niet helemaal centraal zou stellen, dan zouden we ons los kunnen maken van deze verlangens.
3. Waarom we onszelf iets minder interessant moeten vinden
De mens vindt zichzelf uitermate belangrijk en almachtig. We denken alles te kunnen beheersen. Ik schiet graag gaatjes in deze pretenties die we hebben, en wil te veel menselijke hoogmoed afschaffen. Dat betekent niet dat we geen vooruitgang kunnen boeken: we kunnen nu ziektes genezen die vroeger dodelijk waren. Maar denkwijzen die de mens fundamenteel centraal stellen, zijn zorgelijk.
De tekst loopt door onder de foto.