We hebben een grote behoefte aan gelijkheid, gedeelde waarden en gezamenlijkheid. Maar tegelijkertijd hebben we een net zo grote behoefte - en misschien nog wel groter - aan onderscheid en distinctie.
Natuurlijk willen we één zijn. We houden het ideaal van broederschap hoog. Maar waar we politiek het ene zeggen, denken we stiekem heel vaak het andere.
Dat was zo mooi aan het verhaal over Zuid-Afrika van filmjournalist Gawie Keyser, die daar geboren is. Iedereen vindt Zuid-Afrika mooi, maar voor hem is het terugkomen nét een stukje mooier en meer bijzonder dan voor een ander. Denk ook aan de Trumpstemmers die 'hun' Amerika terugwillen. Er is een tegenstelling tussen het sociale gelijkheidsideaal dat Jannet Vaessen in deze radiouitzending heeft geschetst, en het individuele ideaal van excellentie, autonomie, meesterschap en genialiteit zoals Laurens Knoop dat beschreef.
Wanneer is het terecht en wanneer niet om dat onderscheid te maken? Wanneer is het goed om aan distinctiedrift toe te geven, en wanneer niet?
Laten we om die vraag te beantwoorden naar Emmanuel Macron kijken. Hij is een ongelofelijk belangrijke man geweest. Sinds 14 mei is hij president van Frankrijk. Hij heeft alle oude partijen weggemaakt en is zijn eigen beweging begonnen: 'En Marche'. Hij betrad de publieke arena met een vrouw die ouder is dan hij - zijn Brigitte -, dat was ook helemaal nieuw. Maar ineens zien we nu een enorme daling in de peilingen. De zondagskrant van Frankrijk peilde een daling van 14%. Macron leek het zondagskind, dus waarom is hij nu ineens niet meer populair? Nu denk je misschien, dat is altijd zo, maar dat klopt niet. Na vier maanden was Sarkozy nog 69% populair, en zelfs Hollande, die toch iets suffigs had, 54%. Macron zit dus echt laag.
Macron is zo impopulair geworden omdat hij ver van het volk af staat. Als je een meester ergens in bent, sta je op afstand, juist omdát je excelleert. Inclusiviteit daarentegen, gaat over gelijke monniken, gelijke kappen. Macron moet kiezen tussen afstand, majesteitelijkheid en benaderbaarheid en één zijn. Dat is ontzettend moeizaam.
Wat Macron echt de das heeft omgedaan, is toen bekend werd dat hij de afgelopen drie maanden voor €36.000,- aan make-up heeft gebruikt. Dan denk je: een jonge, knappe vent: hoezo make-up? Macron moet niet alleen vertegenwoordigen, maar vooral ook verbeelden. Dan gaat het over imago, gezicht en make-up en moet je goed in beeld worden gebracht. Hollande besteedde in zijn tijd €10.000,- per maand aan de kapper. Dan vraag je je af waar dat geld naartoe is gegaan, want dat zag je er niet meteen vanaf.
De vraag is op welke terreinen we wat voor soort gelijkheid willen. In de politiek willen we sociale gelijkheid, zou je kunnen zeggen. Maar in de kunst en in de sport? Willen we daar niet liever excellentie, meesterschap, of zelfs genialiteit? En als we het hebben over representatie, in een president, een koning, de paus, of een hoogwaardigheidsbekleding, wat willen we dan eigenlijk? Willen we dan heel erg dichtbij staan, zoals bij prinses Diana (die nu twintig jaar dood is, vandaar dat we voortdurend documentaires te zien krijgen)? Het gevaar voor het Engelse koningshuis is het de vraag is waarom je nog de kroon draagt en op de troon zit, als je zó gewoon wordt.
Wat is het compromis tussen afstand en nabijheid, het exclusieve, het eigene en het vreemde?
meer weten?Bovenstaande tekst werd eerder uitgesproken door Stephan Sanders in Brainwash Radio, de verhalende nieuwsanalyse van Brainwash op NPO Radio 1. Elke laatste maandag van de maand, 20:30 tot 21:30 uur. Ook beschikbaar als podcast.