Als je hem vraagt hoe de dood ruikt, pauzeert Çirakoğlu even en zegt: "Pfoe. Over het algemeen erg zoetig, weeïg, misselijkmakend. Maar ook heel erg afhankelijk van wat voor leven een persoon heeft geleid. Als het iemand was met een alcohol- of drugsverslaving, dan ruik je dat terug in de geur. Of als iemand sterke medicijnen gebruikt, of een chemokuur heeft ondergaan, ruik je dat ook. Hoe gezonder iemand geleefd heeft, hoe minder sterk het zal ruiken."
Soms doet hij zijn gespecialiseerde schoonmaakwerk op crime scenes, maar vaak ook plekken waar mensen om het leven zijn gekomen zonder dat er sprake is van een misdaad. De geur van die plekken blijft aan hem plakken en douchen helpt minimaal. "Douchen is meer een ritueel dat je ondergaat. Je wast je, trekt schone kleren aan, misschien doe je wat parfum op. Om jezelf op te frissen en het los te kunnen laten, zodat je weer het normale leven instapt."
Na jaren is er een zekere mate van gewenning opgetreden, zegt hij. "Dat een lijklucht me zo erg raakt dat ik mijn werk niet kan doen, dat heb ik niet meer. Maar voor sommige van mijn collega’s is die geur nog steeds te heftig, zij kunnen er nog altijd van overgeven. Mijn maaginhoud kan wel tot mijn keel komen als ik flinke hoeveelheden poep van iemand sta te scheppen, en die geur je raakt doordat je er bovenop staat."
Af en toe heeft hij een rustige dag, maar de afgelopen weken zijn druk geweest, vertelt hij. "Ik heb hele heftige dingen opgeruimd. Ik had drie lijkvindingen op één dag, dat was een pittig. Het was ook heel warm, en we hebben uit verschillende woningen meer dan vijftig kuub afval weggegooid. Als het heel warm is, duurt het maar een paar dagen voordat de belletjes binnenkomen. Het lichaam ontbindt sneller, en oudere mensen komen sneller te overlijden."
Werken als crime scene cleaner is geen werk voor beunhazen. Çirakoğlu werkt met gevaarlijk biologisch materiaal: lijkvocht en bloed is gevaarlijk voor je gezondheid, en besmettingen kunnen bij onzorgvuldigheid gemakkelijk optreden. "Als je een woning binnenkomt waar iemand drie weken dood op de vloer heeft gelegen, kan je niet zomaar de vloer eruit rossen en de plinten eraf trekken. Want dan vliegt alles alle kanten op. Als een spettertje in je oog krijgt, heb je al een infectiemoment."
Daarom moet er heel nauwkeurig nagedacht worden over welke beschermingskleding nodig is en hoe risico’s zo klein mogelijk kunnen worden gehouden. “Het zijn lange dagen die we maken, waardoor je fysiek en mentaal moe wordt. Dan moet je extra goed opletten, omdat je dan juist fouten gaat maken.” Çirakoğlu vergelijkt zijn werk met dat van een chirurg. “Bij een open-hart-operatie zeg je ook niet: we zien wel wat we gaan doen. Je wil in grote lijnen weten wat je gaat doen, en alles al klaar hebben liggen, omdat je als je intensief bezig bent, je geen tijd hebt om diep na te denken. Een chirurg wil ook niet middenin een operatie een scalpel uit de kelder moeten halen."
In de ruimtes die hij betreedt, weet hij tussen de hopen vuil en lichaamssappen steeds de menselijkheid te vinden. "Als ik beelden deel van mijn werk in mijn vlogs, zijn mensen vaak erg geshockeerd door al het afval en het bloed. Maar daar kijk ik niet eens meer naar, dat heb ik duizenden keren gezien. Wat mij raakt, zijn de kleine details in een kamer. Ik was in een woning die helemaal vol stond met bier- en wijnflessen, lege zakken chips en nootjes. Je kon nergens lopen. Toen we alles hadden opgeruimd, zagen we op de vensterbank nog wat afval. Er lagen koffiemelkflesjes, en daartussen stonden waxinelichtjes. Deze man was de hele dag alleen maar aan het zuipen. Het was zo heftig, dat ik bijna vergat dat er een mens had gewoond, want hoe kan een mens zo leven? Je hersenen kunnen dat bijna niet bevatten. Maar natuurlijk was dat wel zo, en hij wilde ook gewoon wat gezelligheid, getuige de kaarsjes. Zo wordt het wat zachter, en kan ik het een plek geven."