Als psychiater ben ik een verdrietdokter. Mensen komen bij mij als ze een gemis ervaren, een tekort, een probleem. Als we doen alsof het leven alleen een feest is, en de blues niet durven te leven, dan loopt het mis. De nieuwe media zijn niet zo geschikt voor de kleine problemen van het leven; die worden niet zo vaak getwitterd. We vragen voortdurend aan elkaar: hoe gaat het? Het antwoord op die vraag is altijd 'goed', en dan stopt de conversatie.
We hebben reëel contact nodig en de behoefte om elkaar in de ogen te kijken. We moeten elkaar aanraken, of zoals ik vaak zeg: voor de lastige dingen moeten we elkaars vel voelen. Toch leven we in tijden waarin we een zekere afstand houden, en waarin we schrikken van elkaar. We ontmoeten elkaar alleen in de vrolijkheid. Maar af en toe is het leven lastig, dat kán niet anders. Als we onszelf in staat zouden stellen om die lastigheid te benoemen en met elkaar te delen, zou dat veel psychiatrische problemen voorkomen. De meest wezenlijke verbindingen tussen mensen komen op lastige momenten, als het minder goed gaat. We krijgen een band met elkaar op de momenten dat het belangrijk is dat we in elkaars aanwezigheid zijn en iemand hebben die naar ons luistert.