Ik ben geboren in een klein dorp in Congo en heb in een vluchtelingenkamp in Tanzania gewoond. Op miraculeuze wijze was de bijbel in het kamp altijd beschikbaar, maar van Chinua Achebe of Franz Kafka had ik nog niet eerder gehoord. Pas in Nederland ben ik literatuur gaan ontdekken, sinds een jaar of twee. De Nigeriaanse roman Things fall apart heeft een grote indruk op mij gemaakt, en kenmerkt zich door het licht en de schoonheid van literatuur. De schrijver, Achebe, wordt gezien als de vader van de Afrikaanse literatuur, met name vanwege dit boek.
Het verhaal gaat over Okonkwo, een worstelkampioen uit een fictieve gemeenschap van negen dorpjes, waar de Igbo wonen. Het is het verhaal van een moedige man, wiens leven letterlijk uit elkaar valt. In eerste zin door traditionele wetgevingen: hij begaat een grove fout, die in de samenleving waarin hij leeft wordt bestraft en waardoor hij zijn eer verliest. De auteur neemt de lezer mee in een wereld waarin mensen zich organiseerden voor de komst van de witte man. In een klein dorp met drie vrouwen, heel veel kinderen en een man van status.
In tweede zin gaat het niet alleen over het uiteenvallen van Okonkwo's leven, maar ook de ontrafeling van de samenleving als geheel. Het gaat over de priesters, het christendom en de agressie waarmee de kolonisten Afrika aan zich onderwierpen. Na de afschaffing van de slavernij vormde de bijbel voor de kolonisten het belangrijkste gereedschap om dat te doen. Dit heeft een tragisch verloop gehad in onze geschiedenis, en parallel daaraan loopt het noodlottige moment in het verhaal waarin Okonkwo's kind zich bij de christenen voegt. Ondanks verzet is het een verloren strijd, wat het ook in de geschiedenis is geweest. De kolonisators hebben gewonnen, en het christendom is nu de status quo in zowel Nigeria als andere Afrikaanse landen.
Tekst loopt door onder de afbeelding.