Welk boek heeft je leven veranderd? Toen ik die vraag wilde beantwoorden, stond ik voor mijn boekenkast, liep alle literatuur, filosofie en politicologie voorbij en kwam uit op De wind in de wilgen. Een kinderboek. Het allereerste boek wat ik voor mezelf heb gekocht, als achtjarige. Het is een heel bekend boek, en gaat over een mol en een rat, en hun leven bij de rivier.
De schrijver, Kenneth Grahame, neemt de lezers mee op een reis. In de eerste scène heeft de mol zijn huis schoongemaakt, en hij is moe. Dan geeft hij zichzelf een uitje en mag hij even naar buiten. Hij gaat naar de rivier, de donkere rivier, en plotseling ziet hij daar iets glinsteren. Dat is het glinsterende oogje van een rat. Zo neemt de schrijver je stap voor stap mee naar de andere dieren, die elk voor hun eigen keuzes komen te staan.
Het spreekt me zo aan omdat het een warm boek is. Het heeft veel detail, en die details leiden je de wereld binnen van rat en mol, hun vriendschappen en hun kwetsbaarheid. Omdat het kleine dieren zijn, is hun wereld enorm, dus is het ook een ontdekkingsreis. Het heeft een basis gelegd voor de manier waarop ik naar de wereld kijk, een bepaalde mate van betovering in gewone dingen. Dit zijn rat en mol in hun grote, kleine wereld: wat is er allemaal niet te vinden in zo'n klein stukje wereld? Kinderboeken zijn er goed in om die betovering neer te zetten, die je als volwassene misschien weer een beetje kwijtraakt. Het gevoel dat er iets magisch is in heel gewone dingen. Als je dat niet als kind hebt meegekregen, is het moeilijk voorstelbaar dat je dat nog zult oppikken.
Tekst loopt door onder de afbeelding.