Daan en ik wilden heel graag de antwoorden op deze vragen weten, en daarom maakten we een boek over dit gedrag. Krabben verscheen vorig jaar juni. Voor het boek interviewden we cultuurwetenschapper Margriet van Heesch. Zij vertelde dat mensen die onderdrukt worden over het algemeen meer moeite hebben met elkaar te helpen dan geprivilegieerde mensen. Dus als je al zwak staat, hard moet vechten voor je positie, dan wordt ieder ander die ook zwak staat een bedreiging.
Van Heesch vertelde over een Brits onderzoek naar hoe lesbiennes het verantwoorden dat ze transfoob gedrag vertonen, zoals transvrouwen uit hun ruimtes te weren, bijvoorbeeld door ze niet in hun kroeg te laten. De lesbiennes zeiden: wij worden al zo gestigmatiseerd, we kunnen het niet ook nog opnemen voor hen. En dus krabben ze.
Dan heb je ook nog het zogeheten queen bee-effect. Dat houdt in dat als een vrouw eenmaal door het glazen plafond is gebroken, ze andere vrouwen onder zich klein houdt. Niet omdat ze dat per se wil, maar omdat ze als enige vrouw in een mannenwereld moet overleven, aan de hand van de door hen gecreëerde regels of codes. Als ze vrouwen zou helpen, verliest ze haar positie. Rahma el Mouden is zakenvrouw en vertelde me in Krabben dat ze in haar carrière nog nooit is geholpen door een vrouw, terwijl ze door honderden mannen is geholpen. Zij vertelde dat mannen de weg al hebben bewandeld, ze helpen elkaar naar boven, omdat ze zij zeker zijn van hun positie.
Krabbengedrag is dus niet eigen aan de vrouw: we zijn geen krabben, maar we worden tot krab gemaakt. Door de manier waarop de maatschappij vrouwen regels heeft opgelegd over hoe we ons moeten gedragen. Het komt door de hierärchische structuren van de maatschappij, waarin vrouwen vaak nog een minder hoge positie innemen dan mannen. Als je bijvoorbeeld kijkt naar de verhouding tussen mannelijke en vrouwelijke hoogleraren: op de universiteit is 25 procent hoogleraar vrouw, en 75 procent man. Als je als man hoogleraar wil worden, kun je elkaar helpen door elkaar omhoog te duwen. Als vrouw moet je vechten om hetzelfde baantje. Je wordt dus letterlijk concurrent van elkaar. En daardoor helpen vrouwen elkaar niet verder, want ze vechten om dezelfde positie. In patriarchale structuren zien vrouwen niet eens dat ze in de krabbenmand zitten en dus gaan ze elkaar bevechten.
Ik heb met veel vrouwen gesproken over krabben en gezien welke verschilende vormen het kan aannemen. Vrouwen die de status quo bevragen, krijgen het meest met veroordeling te maken. Een voorbeeld is Sylvana Simons. Zij tikt veel boxjes aan van veroordeling: ze is vrouw, ze is een zwarte vrouw, verzorgd, werkende moeder en zit in de politiek. Ze vertelt dat als ze kritiek krijgt, dat vaak van mensen komt die in dezelfde mand zitten als zij: vrouwen, en soms zwarte vrouwen.
Tijdens de tweede feministische golf wilden feminsten zo graag één groep vormen, om samen sterker te kunnen staan tegen de heersende normen, dat er strenge regels ontstonden. Zoals: als je je haar blond verft, ben je geen echte feminist. Schrijver en feminist Anja Meulenbelt vertelde over haar ervaringen met krabben tijdens de tweede feministische golf. Ze vertelde dat in de groep lesbische feministen nog meer werd geoordeeld, omdat die groep zich moest handhaven in een vijandige wereld.
Na het schrijven van haar baanbrekende boek De Schaamte Voorbij werd haar door mede-feministen kwalijk genomen dat ze beroemd was geworden. De feministische groep, De Bonte Was, vond dat je geen geld mocht verdienen aan het feminisme – dat werd gezien als profiteren van de onderdrukking van anderen. Ze werd door hen benoemd tot pionier van de feministische corruptie. Ze voelde zich alleen. Ze had het gevoel dat ze op een hoge berg stond, waar het koud was en dat beneden iedereen allemaal gezellig en warm tegen elkaar aan zat en dat ze naar beneden wilde. Iemand zei tegen haar: 'Nee, nee, je gaat nu tegen die vrouwen beneden zeggen dat ze allemaal naar boven op de berg moeten komen, want er is ruimte voor iedereen.'
De mand staat symbool voor het patriarchaat – een wereld die door en voor mannen is ontworpen. Een samenleving waar op vrijwel alle belangrijke plekken de man de uiteindelijke baas is: bij de krant, politieke partijen, grote bedrijven en universiteiten. Waar mannen meer geld verdienen dan vrouwen. Waar medisch onderzoek grotendeels gericht is op mannelijke lichamen. Waar vrouwen minder zichtbaar zijn in de media. Kortom: een samenleving waar mannen de baas zijn.