In Brainwash Talks van HUMAN buigen journalisten, schrijvers, wetenschappers, theatermakers en filosofen zich over de grote persoonlijke en maatschappelijke vragen van nu. Deze keer schrijver en feminist Milou Deelen over vrouwen die elkaar naar beneden halen.


Twee jaar geleden kwam ik schrijver Daan Borrel tegen op de Amsterdamse Pride. Die ochtend had ik haar ontmoet, ze had me uitgenodigd voor een koffie bij haar thuis, en diezelfde avond kwam ik haar toevallig tegen op een feestje op straat bij vrienden van haar. Ik klom op de verhoging naast de dj, trok mijn shirt uit en begon in mijn blote borsten te dansen. Ik maakte enorm veel plezier. 'Kom ook!', riep ik naar Daan. En zodoende stonden we even later allebei in onze blote borsten te dansen.

Een half jaar later schreef ze me een brief. Ze schreef dat ze zich ongelukkig had gevoeld, opgelaten, bekeken, onzeker, zich te bewust van zichzelf. En ze vormde een oordeel en vooroordeel over mij. Ze geloofde niet dat ik het voor mezelf deed, maar eerder deed om aandacht te trekken, om tegendraads te zijn. Ze eindigde haar brief met dat ze met mij op onderzoek uit wilde: waarom veroordelen vrouwen elkaar? En vooral: hoe kunnen we elkaar daarvan bevrijden?

Het 'krabbenmandeffect' is een metafoor uit de tweede feministische golf, om het gedrag van vrouwen die andere vrouwen naar beneden trekken, te duiden. Zit er één krab in de mand, dan kan zij er makkelijk uit klimmen. Zitten er meerdere krabben in een mand, en wil er eentje uit klimmen, dan krabben de anderen haar omlaag. Zo houden ze elkaar klein.

Vrouwen 'krabben'. Zij oordelen onnodig over andere vrouwen, hebben vooroordelen over vrouwen en veroordelen vrouwen – een logisch gevolg daarvan.

Met krabben bedoel ik: vrouwen die andere vrouwen naar beneden halen, klein proberen te houden, door afkeurend over hen te praten of hen iets niet te gunnen. Het staat voor het onnodig oordelen over andere vrouwen, voor hebben van vooroordelen over vrouwen en het veroordelen van vrouwen – een logisch gevolg daarvan.

Ik heb zelf vroeger veel gekrabd en ik ben zelf veel gekrabd. Ik weet nog dat ik op de middelbare school een bloedmooie vriendin had. Ze was lang, dun en had bruin glanzend haar. Alle jongens waren smoor op haar. Elke dag kwam ze naar school op hakken en gekrulde haren. Ik noemde dat 'tuttig' en 'overdreven'. Toen ze een foto op Facebook in bikini postte, vond ik dat stom. Aandachttrekkerij, noemde ik het. Veel meisjes, onder wie ikzelf, praatten negatief over haar. Het was een snelle en makkelijke manier om mezelf een compliment te geven. Door dat te zeggen over haar, zei ik eigenlijk indirect: dat zou ik zelf nooit doen. 

Ik ben ook veel gekrabd: ik ben vrij open over mijn seksualiteit, en het zijn vooral veel vrouwen geweest die mij daarom hebben veroordeeld. In de tijd dat ik lid was van Vindicat, het studentencorps in Groningen, werd ik vaak uitgescholden voor slet. De eerste week, voordat ik überhaupt met iemand had gezoend, werd ik door andere vrouwen gewaarschuwd dat ik niet 'laag' moest worden. Anders zou je een 'naam' krijgen; mensen zouden over je gaan praten. 'Laag' is in de corpsmond dat je veel bedpartners hebt, want dat is blijkbaar, voor vrouwen, iets negatiefs. Ik sprak openlijk over mijn seksualiteit en werd regelmatig uitgescholden voor aandachtshoer. Wat me het meest is bijgebleven is dat een hele jaarclub – allemaal vrouwen – op een gegeven moment als mij verkleed naar een feestje ging, met maskers van mijn gezicht.

Ik ken krabben niet alleen uit mijn eigen leven, ik zie het dagelijks om me heen: op sociale media, televisie, in films, series, boeken. Werp een blik op Instagram en je ziet hoe jonge vrouwen, zoals Rens Kroes, Nina Pierson en Romy Boomsma, worden veroordeeld vanwege de manier waarop zij hun moederschap invullen. Romy Boomsma vertelde dat ze nog nooit één negatieve reactie heeft gehad van een man. En ik groeide op met films en series zoals Gossip Girl en Mean Girls, waarin vrouwen elkaar het leven zuur maken.

Als je een andere vrouw niet uit de mand laat, kan zij de rest ook niet uit de mand trekken. Waarom zouden vrouwen zichzelf klein willen houden? Ik geloof dat vrouwen niet 'nou eenmaal' jaloers, kattig, krabbig of venijng zijn. Vrouwen zijn geen mean girls. Ik geloof niet in wezenlijke verschillen tussen mannen en vrouwen: dat vrouwen als groep van nature een bepaalde eigenschap bezitten die mannen niet hebben. Toch zie ik met regelmaat op sociale media en in het echte leven dat vrouwen elkaar veroordelen voor de manier waarop ze hun leven leiden.

Is dat constructieve kritiek? Wat is het verschil tussen krabben en opbouwende kritiek geven? Of is het krabbenmandeffect een mythe; wederom een seksistisch stereotype om vrouwen klein te houden? Mannen veroordelen vrouwen ook, net als vrouwen mannen veroordelen, net als mannen elkaar onderling veroordelen. 

Milou Deelen in Brainwash Talks

Daan en ik wilden heel graag de antwoorden op deze vragen weten, en daarom maakten we een boek over dit gedrag. Krabben verscheen vorig jaar juni. Voor het boek interviewden we cultuurwetenschapper Margriet van Heesch. Zij vertelde dat mensen die onderdrukt worden over het algemeen meer moeite hebben met elkaar te helpen dan geprivilegieerde mensen. Dus als je al zwak staat, hard moet vechten voor je positie, dan wordt ieder ander die ook zwak staat een bedreiging.

Van Heesch vertelde over een Brits onderzoek naar hoe lesbiennes het verantwoorden dat ze transfoob gedrag vertonen, zoals transvrouwen uit hun ruimtes te weren, bijvoorbeeld door ze niet in hun kroeg te laten. De lesbiennes zeiden: wij worden al zo gestigmatiseerd, we kunnen het niet ook nog opnemen voor hen. En dus krabben ze.

Dan heb je ook nog het zogeheten queen bee-effect. Dat houdt in dat als een vrouw eenmaal door het glazen plafond is gebroken, ze andere vrouwen onder zich klein houdt. Niet omdat ze dat per se wil, maar omdat ze als enige vrouw in een mannenwereld moet overleven, aan de hand van de door hen gecreëerde regels of codes. Als ze vrouwen zou helpen, verliest ze haar positie. Rahma el Mouden is zakenvrouw en vertelde me in Krabben dat ze in haar carrière nog nooit is geholpen door een vrouw, terwijl ze door honderden mannen is geholpen. Zij vertelde dat mannen de weg al hebben bewandeld, ze helpen elkaar naar boven, omdat ze zij zeker zijn van hun positie.

Krabbengedrag is dus niet eigen aan de vrouw: we zijn geen krabben, maar we worden tot krab gemaakt. Door de manier waarop de maatschappij vrouwen regels heeft opgelegd over hoe we ons moeten gedragen. Het komt door de hierärchische structuren van de maatschappij, waarin vrouwen vaak nog een minder hoge positie innemen dan mannen. Als je bijvoorbeeld kijkt naar de verhouding tussen mannelijke en vrouwelijke hoogleraren: op de universiteit is 25 procent hoogleraar vrouw, en 75 procent man. Als je als man hoogleraar wil worden, kun je elkaar helpen door elkaar omhoog te duwen. Als vrouw moet je vechten om hetzelfde baantje. Je wordt dus letterlijk concurrent van elkaar. En daardoor helpen vrouwen elkaar niet verder, want ze vechten om dezelfde positie. In patriarchale structuren zien vrouwen niet eens dat ze in de krabbenmand zitten en dus gaan ze elkaar bevechten.

Ik heb met veel vrouwen gesproken over krabben en gezien welke verschilende vormen het kan aannemen. Vrouwen die de status quo bevragen, krijgen het meest met veroordeling te maken. Een voorbeeld is Sylvana Simons. Zij tikt veel boxjes aan van veroordeling: ze is vrouw, ze is een zwarte vrouw, verzorgd, werkende moeder en zit in de politiek. Ze vertelt dat als ze kritiek krijgt, dat vaak van mensen komt die in dezelfde mand zitten als zij: vrouwen, en soms zwarte vrouwen.

Tijdens de tweede feministische golf wilden feminsten zo graag één groep vormen, om samen sterker te kunnen staan tegen de heersende normen, dat er strenge regels ontstonden. Zoals: als je je haar blond verft, ben je geen echte feminist. Schrijver en feminist Anja Meulenbelt vertelde over haar ervaringen met krabben tijdens de tweede feministische golf. Ze vertelde dat in de groep lesbische feministen nog meer werd geoordeeld, omdat die groep zich moest handhaven in een vijandige wereld.

Na het schrijven van haar baanbrekende boek De Schaamte Voorbij werd haar door mede-feministen kwalijk genomen dat ze beroemd was geworden. De feministische groep, De Bonte Was, vond dat je geen geld mocht verdienen aan het feminisme – dat werd gezien als profiteren van de onderdrukking van anderen. Ze werd door hen benoemd tot pionier van de feministische corruptie. Ze voelde zich alleen. Ze had het gevoel dat ze op een hoge berg stond, waar het koud was en dat beneden iedereen allemaal gezellig en warm tegen elkaar aan zat en dat ze naar beneden wilde. Iemand zei tegen haar: 'Nee, nee, je gaat nu tegen die vrouwen beneden zeggen dat ze allemaal naar boven op de berg moeten komen, want er is ruimte voor iedereen.'

De mand staat symbool voor het patriarchaat – een wereld die door en voor mannen is ontworpen. Een samenleving waar op vrijwel alle belangrijke plekken de man de uiteindelijke baas is: bij de krant, politieke partijen, grote bedrijven en universiteiten. Waar mannen meer geld verdienen dan vrouwen. Waar medisch onderzoek grotendeels gericht is op mannelijke lichamen. Waar vrouwen minder zichtbaar zijn in de media. Kortom: een samenleving waar mannen de baas zijn.

Om mannen de baas te laten zijn, moeten vrouwen als minderwaardig worden neergezet. Zo blijft de macht – de mand – bestaan. Dus wie profiteert ervan dat vrouwen elkaar afvallen? Mensen met meer macht en privileges. En wie zijn dat vaker nog? Precies, mannen. Er is ruimte voor iedereen, maar er zijn mensen die ruimte moeten maken. Omdat we niet in een gelijkwaardige wereld leven, is er minder ruimte voor vrouwen, en daarom krabben we. Dat is het idee achter de krabbenmand: ons wordt geleerd dat er minder ruimte is voor vrouwen en dat je daarom de ruimte die je krijgt, moet bevechten. 

Het goede nieuws is dat als krabben elkaar hun gang zouden laten gaan, ze een voor een uit de mand klimmen. Nog beter nieuws is dat wij mensen zijn, een dat we – anders dan krabben – onze aangeleerde neigingen tegen het licht kunnen houden en veranderen. Uiteindelijk vind ik dat geldt: we do not need to fix women, we need to fix the system. Maar, iedereen kan iets doen. Er zijn concrete tips om sisterhood, de tegenhanger van de krabbenmand, te bereiken.

[banner id="13"]

Bijvoorbeeld door een vrouw te bellen als je een loodgieter of notaris nodig hebt. Op de dag dat ons boek verscheen, had ik een afspraak gemaakt om een tattoo te laten zetten. Een krab: om nooit te vergeten hoe belangrijk het is om uit die mand te zijn. Om nooit te vergeten dat we andere vrouwen niet moeten krabben. Om de gekrabde krassen van andere vrouwen op onze huid een plekje te geven. Hen te vergeven voor hun krabgedrag. En onszelf. De afspraak stond eerst bij een mannelijke tatoeëerder, omdat ik bij een tatoeëerder dacht aan een man. Ik heb afgebeld omdat we ons bewust moeten zijn van onze vooroordelen, anders komen we nooit uit die mand, blijft ongelijkwaardigheid bestaan en komen we nooit bij die sisterhood. De mand uit, de wereld in.