In Brainwash Talks van HUMAN buigen journalisten, schrijvers, wetenschappers, theatermakers en filosofen zich over de grote persoonlijke en maatschappelijke vragen van nu. Deze keer economiecommentator Grace Blakeley over een economie waar iedereen beter van wordt.


Het afgelopen jaar hebben we gezien dat kranten en mediakanalen ons vertellen dat tijdens de pandemie het socialisme is herrezen. In het Verenigd Koninkrijk liet de redactie van The Telegraph ons weten dat we nu allemaal socialisten zijn in de strijd tegen corona. De Braziliaanse president Bolsonaro waarschuwde bij de Verenigde Naties dat de wereld ten prooi dreigt te vallen aan het socialistische kwaad, door de snel groeiende rol van de staat in de economie, noodzakelijk geworden door de pandemie.

Bedrijven kregen miljardensteun tijdens de pandemie, arbeiders bleven achter. We moeten een economie creëren die voor iedereen werkt.

Ik wil het hebben over waarom de groeiende rol van de staat in de afgelopen twee jaar niets te maken heeft met socialisme. Iemand die zich hier heel goed van bewust was, was Lenin. Die schreef honderd jaar geleden al over de foutieve burgerlijke aanname dat kapitalisme met een staatsmonopolie eigenlijk socialisme is. Dat is namelijk niet waar.

We weten dat veel van het geld dat door staten is uitgegeven in de afgelopen jaren, ten doel had om de macht en rijkdom van de top van de samenleving te vergroten, terwijl arbeiders het zelf moesten uitzoeken. De reden voor deze verwarring waarbij we denken dat een actieve staat progressief of socialistisch is en dus goed voor arbeiders, is dat we gewend zijn om te denken in een tweedeling tussen enerzijds de politiek als het domein van de staat, en anderzijds de economie als het domein van de markt.

In ons hoofd staat de markt aan de ene kant en de staat aan de andere. Rechts wil meer markt en minder staat, links wil meer staat en minder markt. Maar linkse theoretici in het verleden geloofden niet in die tweedeling. Zo zei Marx dat de staat niets anders was dan een commissie voor het beheren van de zaken van de bourgeoisie.

Pas na de Tweede Wereldoorlog, met de opkomst van het keynesianisme en het idee dat de staat actief voor banen en groei moet zorgen, kreeg je de verdeling tussen mensen op links, die meer staat wilden en mensen op rechts, die minder staat wilden. Zo zijn we eigenlijk beland in de situatie van nu, waarbij staten overal ter wereld bedrijfswinsten verhogen en daarmee de rijkdom van de top van de samenleving. En de reactie van de grote media-organisaties luidt: dat is socialisme. Je hebt gekregen wat je wilde. De staat verhoogt winsten, de staat schiet te hulp. Wat verwachten we anders van een socialistisch project?

Zo zijn we op vreemd gebied aanbeland. Ik wil daar dieper op ingaan aan de hand van bepaalde industrieën. Met de luchtvaart als voorbeeld laat ik zien waarom deze staatssteun niet goed is geweest voor de samenleving.

Een jaar of vijf geleden ontwikkelde Boeing, een Amerikaanse vliegtuigbouwer, een nieuw vliegtuig: de 737 MAX. Dat vliegtuig had gigantische motoren. Daarmee konden ze verder vliegen met meer passagiers, dus meer winst. Maar de motoren bleken te groot, wat problemen gaf bij het landen. Ze verplaatsten de motoren, maar dat maakte het vliegtuig instabiel.

Om dit te verhelpen, kwam Boeing met nieuwe software dat de vliegtuigen soms onverwacht een duikvlucht liet inzetten, waarbij de piloten machteloos waren. De directeurs van Boeing wisten dat er iets mis was, maar deden niets. De regelgever deed niets, door het neoliberale beleid in de Verenigde Staten waarbij bedrijven zichzelf reguleren. Uiteindelijk leidde het tot twee ongelukken, in Ethiopië en Indonesië, waarbij 350 doden vielen omdat de vliegtuigen neerstortten.

Tijdens de ontwikkeling van dit vliegtuig ontving Boeing miljarden aan staatssteun. In 2015 was het de grootste ontvanger van staatssteun in de Amerikaanse economie. Tijdens de pandemie zette de Amerikaanse overheid 60 miljard opzij voor het overeind houden van Boeing. Uiteindelijk wist het bedrijf een lening te krijgen via de Federal Reserve, zodat ze konden zeggen dat ze geen overheidsgeld hadden aangenomen, terwijl dat wel zo was.

In het Verenigd Koninkrijk leende EasyJet 600 miljoen pond van de Bank of England, om vervolgens 170 miljoen pond aan aandeelhouders uit te keren. Je zag dit in Frankrijk, waar de overheid Air France KLM nationaliseerde, en in Duitsland, waar de overheid Lufthansa nationaliseerde. Dat publieke geld, ons geld, verdween in de zakken van directeuren, in een industrie die bijdraagt aan klimaatverandering. Veel van ons geld verdwijnt dus in de zakken van aandeelhouders. Zelfs bij Boeing, dat overeind werd gehouden door de Amerikaanse staat en miljardenboetes kreeg voor wat feitelijk bedrijfsmatige doodslag was.

Dit is geen socialisme, natuurlijk niet. We hebben een systeem waar de fusie tussen politieke en economische macht in principe heeft geleid tot een corrupt systeem waarin alles wat er in een staat gebeurt, in politieke en economische zin, uiteindelijk ten goede komt aan de top van de samenleving. De oplossing is niet dat de staat meer moet doen, of de markt. De oplossing is om de macht terug te geven aan de gewone mensen. Dat is de grote splijtzwam, uitdaging en strijd van onze tijd.

Grace Blakeley in Brainwash Talks

Want als we overgaan naar een post-pandemische wereld zullen alle grote vraagstukken en debatten gaan over wie er profiteert van deze transitie. Zijn dat de mensen met macht aan de top van de samenleving die nu beslissen over wie wat krijgt en over onze wetten, banen, investeringen en innovatie, of is dat de grote meerderheid die daarin heel weinig te zeggen heeft?

In het Verenigd Koninkrijk deed deze strijd zijn intrede in ons politieke bewustzijn met de Brexit. Wat was de slogan voor de Brexit? 'Take back control', pak de controle terug.Waarom sloeg die slogan zo aan bij veel mensen in het VK? Omdat die uiteindelijk nationalistische en xenofobe leiders tegen de Britten konden zeggen: 'Jullie hebben nergens controle over. Jullie bazen, de politici en de EU wel. Laten we stemmen, zodat jullie de controle terugkrijgen.'

Dat gebeurde natuurlijk niet, maar die retoriek is een voorproefje van wat ons te wachten staat. Want als we overgaan naar een post-pandemische wereld, zullen veel problemen verergeren. Ongelijkheid zal groter worden, dat gebeurt altijd na pandemieën. Nogmaals: staatssteun ging naar de rijken, terwijl arbeiders grotendeels achterbleven.

Centrale banken scheppen miljarden, biljoenen aan nieuw geld en vergroten zo de rijkdom van de top van de samenleving, terwijl mensen zonder rijkdom achterblijven. Zoals altijd in een crisis versterken monopolies hun macht over de economie. Kleinere bedrijven met zwakke banden met overheden en banken gaan failliet, en grote bedrijven als Amazon grijpen nog meer macht dan ze al hadden.

We betreden dan een wereld waarin die ongelijkheid van rijkdom, inkomen en macht zal groeien. En de impact daarvan op onze democratie is nu al zichtbaar. Vraag je aan mensen in rijke delen van de wereld: vertrouw je politici, media en machthebbers? Dan zeggen ze nee. En hoe meer ongelijk een samenleving, hoe lager dat vertrouwen zal zijn. Dit is een vruchtbare tijd voor een reactie tegen elites in het algemeen. En als we die reactie niet productief vormgeven, kan de ontgoocheling en woede jegens het systeem door rechts-nationalistische politici tot een heel destructieve kracht worden gevormd.

Wat moeten we doen?

We leven in een wereld waarin politieke en economische macht zo nauw verbonden zijn en waar al onze economische en politieke systemen de staat, markten, bedrijven, financiële instituties allemaal dienen om macht naar de top van de samenleving te brengen. En als we democratie een goed middel vinden om de politiek te organiseren als het de macht van de staat betreft, waarom zou democratie dan niet ook de economische macht kunnen organiseren?

Hoe kunnen we democratische verantwoordelijkheid en transparantie overhevelen van het politieke naar het economische bereik? Terwijl we gelijktijdig de CO2-uitstoot en de ongelijkheid verminderen en alle dingen bereiken die we moeten bereiken? Nu hebben we kapitaalallocatie door de markt, wat eigenlijk niet gebeurt, want veel wordt bepaald door machtige bedrijven en financiële instituties. Of kapitaalallocatie door de staat, wat ook niet gebeurt, want die bedrijven en financiële instituties nemen de beslissingen.

Waarom zijn er geen democratische mechanismen voor de allocatie van kapitaal en andere middelen? Waarom geen publiek, democratisch financieel systeem, waarin gewone mensen kunnen bepalen wat zij in de samenleving willen zien? Waarom geen democratische wereldwijde Green New Deal waarin gemeenschappen zich kunnen uitspreken over hoe we klimaatneutraal kunnen bereiken?

Bouw onze democratische systemen en instituties uit, zodat we niet meer al die onbeduidende verkiezingen hebben, maar democratie wordt verweven in het weefsel van onze samenleving.

In mijn ogen is dat de manier om de controle terug te pakken.