Uiteindelijk realiseerden wij ons dat we de verkeerde vraag stelden. We moesten niet vragen: wat is het om je thuis te voelen, wanneer voel je je thuis? We moesten aan mensen vragen: Kun je misschien aan ons vertellen wanneer je je niet thuisvoelde? En dan hielden mensen niet op met praten. Ze wisten precies wanneer ze zich niet thuisvoelden. En daar hadden ze, helaas, heel veel voorbeelden van, waaruit blijkt hoe moeilijk het is om je met anderen thuis te voelen.
Je thuisvoelen is een hele selectieve emotie. Je voelt je maar met bepaalde mensen en op bepaalde plekken thuis. Dus het klinkt wel heel inclusief en rozig, dat thuisvoelen, maar je echt thuisvoelen is een emotie die je maar heel moeilijk beleeft. En dat bleek ook uit de antwoorden. Mensen hadden enorm veel voorbeelden van plekken waar en van mensen bij wie ze zich niet zo erg thuisvoelden.
Dat is denk ik een interessante spanning van thuisgevoel. Aan de ene kant: voor iedereen is thuisvoelen heel erg belangrijk. Maar iedereen onderkent uiteindelijk ook dat het moeilijk is om je thuis te voelen. Ik heb wel vrienden die veel reizen en die zeggen dat ze zich op de hele wereld thuisvoelen. Ik geloof dat eigenlijk helemaal niet meer. Je kunt je niet op de hele wereld thuisvoelen. Natuurlijk, als je veel reist, zijn er meer plekken die je herkent, die vertrouwder worden dan voor mensen die weinig reizen.
We hebben heel veel interviews gedaan, met de groep 'chronisch mobielen', dus mensen die heel veel reizen. Die zeggen of: 'Ik voel mij overal thuis', of ze zeggen: 'Ach, voor mij is thuisvoelen niet zo belangrijk.' Maar naarmate het onderzoek vorderde, bleek dat voor iedereen, ook voor de chronisch mobielen, thuisvoelen heel belangrijk is. Alleen, als je erg veel reist, is het anders dan voor mensen die niet mobiel zijn. Mensen die niet mobiel zijn, die hechten zich aan hele specifieke plekken. Mensen die meer reizen leren om zich aan meerdere plekken te hechten. Maar wel aan plekken die ze een beetje kennen.
Heel graag gaan mensen terug naar plekken, hotels bijvoorbeeld, van een keten. Dat doen ze omdat dat hotel verdacht veel lijkt op het hotel waar ze eerder waren. Of ze gaan naar een fastfoodketen, of koffietentje, dat je overal in de wereld tegenkomt. En dan vertellen ze ons als onderzoekers dat ze zich daar echt thuisvoelen. Dat is interessant. Dus ook chronisch mobiele mensen willen zich thuisvoelen en slagen er redelijk in om zich thuis te voelen op sommige plekken, maar altijd selectief.
Toen ging thuisvoelen aan de wandel. Politici vertellen ons dat we ons thuis moeten voelen in de straat, in de stad en zelfs in het land. Sterker nog, politici houden niet op met ons te vertellen dat we ons met elkaar moeten thuisvoelen in Nederland. De gemeenteraad van Amsterdam heeft een paar jaar geleden een motie aangenomen, waarin staat dat Amsterdammers zich per jaar twee procent meer moeten gaan thuisvoelen. En er is een nota van het ministerie van Binnenlandse Zaken, gesteund door de Tweede Kamer, waarin staat dat we ons allemaal in Nederland meer moeten gaan thuisvoelen.