Interlandelijke adoptie is niet alleen complex, maar ook een heel gevoelig thema. Het leidt tot polariserend debat. Voorstanders zien de voordelen, de positieve impact, de groeikansen voor interlandelijke adoptiekinderen. Kritische tegenstanders zien adoptie als verlies: het kind verliest zijn land, zijn vertrouwde context, zijn cultuur en zijn taal. Wanpraktijken zijn in de adoptie niet vreemd. We hebben het dan over kinderhandel, fraude en ontvoering. Dat zorgt voor veel spanning. Als ik mij erover uitspreek, merk ik dat nadien ook in de inbox van mijn sociale media. Mensen vinden mij nogal eens te kritisch, te negatief en niet neutraal genoeg.
Buiten het feit dat ik zelf geadopteerd ben, werk ik als klinisch psycholoog. Ik zie in mijn praktijk geadopteerden. De jongste is 5 jaar oud, de oudste is 50-plus. Een grote waaier aan verschillende adoptiegerelateerde vragen en problematiek. Geadopteerden krijgen toch ook best wel wat verwijten te verwerken. Dat zorgt voor kwaadheid, verdriet en angst. Voor een gevoel van eenzaamheid: er niet bij te horen. Soms wordt in de discussie gezegd: 'Weet jij eigenlijk wel hoe je leven eruit had gezien als je in je land van oorsprong was gebleven? Misschien was je wel dood.' Alsof dat een eerlijke vergelijking is. Een geadopteerde vertelde mij onlangs over een ruzie met vader, die zei: 'Als je niet gelukkig bent, ga dan terug.' Alsof dat zo'n evidente stap is, als de persoon dat al zou willen.
We gaan er te snel van uit dat adoptie iets positiefs is. Dat het een kinderbeschermingsmaatregel is die mensen, en vooral kinderen, beschermt. Maar er is veel onwetendheid over de onderliggende dynamieken. Onder andere de scheve machtsverhouding tussen de zogenaamde ontwikkelingslanden en de welvaartslanden. Waarom vindt adoptie altijd in één richting plaats? In een artikel schreef ik eens: 'Misschien moeten we arme witte kinderen adopteren in Rwanda.' Je kan je voorstellen dat daar kritiek op was. Uiteraard meende ik het niet serieus, maar het maakt de ongelijke verhouding direct zichtbaar.