De behandelaar, als hij al een specialist is, is een specialist in relaties. De relatie is de smeerolie onder de behandelingen. En dan hebben we de behandelmethode. Onze tweehonderd psychotherapieen en onze honderd medicamenten. Wat doen ze? Uit de analyse bleek: je hebt wel een behandelmethode nodig, maar welke behandelmethode dat is, maakt eigenlijk niet zoveel uit. Ze zijn uitwisselbaar. Wat je nodig hebt, is een therapeutisch ritueel met daarin een behandelmethode, waarvan het vooral belangrijk is dat het aansluit bij de voorkeuren en de waarden van de patiënt. Dus je moet het samen doen.
Nou, toen waren we klaar dachten we. Maar toen zeiden patiënten: 'We zijn het belangrijkste vergeten. Jullie, wetenschappers, die zoveel weten. Wat wij nodig hebben bij het diagnostische proces is vooral een model dat ons uitlegt wat er eigenlijk aan de hand is. Zodat wij het kunnen begrijpen, het mechanisme. En dat we ook kunnen uitleggen aan andere mensen.'
En dat bleek goed mogelijk. Toen we erover na gingen denken, was het eigenlijk heel logisch. Alle psychisch lijden gaat uiteindelijk over een verstoring van het mentale evenwicht. Ons bewustzijn is voortdurend in balans. Maar er zijn ups en downs en het evenwicht moet voortdurend opnieuw ingesteld worden. En het is mogelijk dat je door een ontwrichtende gebeurtenis voorbij een kantelpunt komt waarbij je in niemandsland beland. Een negatieve staat die iets van je wil waar je je tegen verzet en wat je ervaart als psychisch lijden. Maar het is bij iedereen anders. Het kan angst zijn, die je wil verlammen. Of het kunnen intrusies zijn, die je bewustzijn inbreken en die je willen terugnemen naar het trauma. Het kan zuchtigheid zijn, die dwingt het volgende glas alcohol te pakken. Of somberheid die dwingt om alleen maar aan suïcide te kunnen denken. Het ziet er bij iedereen anders uit.
Het onderliggende principe dat je kunt begrijpen en uitleggen aan je omgeving is dat van psychisch uit balans zijn. Nou, ons rapport was klaar. En de conclusie was: alles welbeschouwd is het eigenlijk zo dat die DSM-5 helemaal geen belangrijke plaats hoeft te hebben in de GGZ. Al die 160 diagnosen. Het rapport werd volledig genegeerd. Zoals dat gaat. Maar, ik heb hoop. Want ik denk dat hier een belangrijke les uit te halen is voor ons allemaal. En die les is ten eerste dat het veel beter is om de analyse te doen in plaats van te polderen. En als je dan de analyse doet, denk ik dat je dat niet aan psychiaters en psychologen moet overlaten. Want die zitten natuurlijk in hun eigen bubbel. Je moet aanpalende wetenschappen uitnodigen: sociologen, filosofen, huisartsen. Maar vooral moet je de mensen uitnodigen die ervaringskennis hebben. En hun familieleden. Dan krijg je een veel beter product. Want als je dat doet, kom je eigenlijk tot de conclusie, dat dat hele diagnostische, specialistische behandelmodel ons volledig op het verkeerde been heeft gezet.
Het heeft geleid tot afhankelijkheid, medicalisering, en het speelt de commercialisering van de zorg enorm in de kaart. Er is een veel simpeler model. Dat is dat iedereen in een staat van verstoord psychisch evenwicht kan komen door een ontwrichtende gebeurtenis die je in een negatieve staat doet belanden die je ergens naartoe wil hebben waar jij niet naartoe wilt gaan. En dat dat een persoonlijke diagnose vraagt, en dat de behandeling het aanbieden is van een krachtig, relationistisch, therapeutisch ritueel zodat de persoon het moeilijke, actieve werk kan doen van verandering en zoeken naar zelfregulatie.