Hij beschermde in de Sovjettijd, met gevaar voor eigen leven, zijn unieke centrum voor zaden en gewassen. Zonder zijn werk zou honger wereldwijd nog veel breder verspreid zijn. De inzichten, de daadkracht, de moed van Nicolaj Vavílov inspireerden Louise Fresco, in háár strijd tegen de wereldwijde voedselarmoede.


Als je zoals ik je hele leven hebt besteed aan het kijken hoe de honger minder kan worden, dan kan het niet anders dan dat je iemand tegenkomt op je weg die zo onbekend is en tegelijkertijd zo onze aandacht verdient, en dat is Nicolaj Vavílov. Totaal onbekend bij het grote publiek, maar een van de moedigste mensen uit de geschiedenis. En een van de beste wetenschappers.

Vavílov was de man die in de jaren 20 en 30 in de Sovjet-Unie een briljante ingeving had. Je moet je voorstellen, de jaren 20 en 30, dat was de tijd waarin de grote hongersnoden onder andere De Oekraïne teisterden. 5 miljoen doden in 5 jaar. Een tijd waarin de Sovjet-Unie eigenlijk aan de rand van de afgrond stond.

Nicolaj Vavílov is totaal onbekend bij het grote publiek, maar een van de moedigste mensen uit de geschiedenis. En een van de beste wetenschappers.

Vavílov groeide voor een deel in het buitenland op en wist dat hij op een of andere manier de opbrengsten van de oogst omhoog moest brengen. We weten allemaal: honger bestrijden is niet alleen een kwestie van opbrengsten omhoog brengen, maar het is wel een soort conditio sine qua non. Maar hoe doe je dat met die uniforme graanvelden van Rusland waar eigenlijk gewoon niks beter kan? Waar haal je genen vandaan die coderen voor weerstand, tegen koude, tegen droogte, of tegen te nat en tegen ziektes?

Vavílov had die briljante ingeving. Hij wist dat hij terug moest naar de oorsprongsgebieden, daar waar de landbouw is begonnen en die eerste boeren bezig waren. Daar waar de landrassen en hun wilde verwanten nog steeds bestaan.

En moet je je voorstellen: in 20 jaar tijd organiseerde hij 115 expedities naar 65 landen om zaden te verzamelen. Vavílovs enige instrument was zijn opschrijfboekje, een pakezel en een plantenpers. Daarmee heeft hij 380.000 nieuwe rassen en zaden verzameld over de hele wereld. Van China tot Mexico, van Ethiopië tot het Midden-Oosten, en eigenlijk overal daartussen. Hij is de enige Rus die vijf continenten heeft bereisd in die tijd.

Vavílov was een man uit een bourgeois milieu. Hij sprak z'n talen en was iemand die voor zonsopgang nog even Perzisch erbij leerde als de tolk niet goed genoeg was in Iran. Als het moest, dan leerde hij zichzelf schieten. Soms werd hij op die reizen gearresteerd, en als spion in de gevangenis gezet. Hij raakte alles kwijt, hij viel met paard en al in een gletsjerkloof. Alles ging mis, maar hij haalde zijn zaden binnen. En hij was de eerste die goed begreep dat biologische diversiteit en culturele diversiteit iets met elkaar te maken hebben. Dat was een baanbrekend inzicht.

Hij correspondeerde met iedereen over de wereld. Hij zette een instituut op dat z'n weerga niet kende. Daar verzamelde hij zaden, die de basis werden voor de verbetering van de Russische landbouw. Op zich is dat al genoeg om te doen, maar die man had nog veel meer in zijn mars. In een tijd, moet je je voorstellen, waarin Stalin alles wilde behalve westerse wetenschap. Langzaam maar zeker sloot het net zich rondom Vavílov. Hij zette een serie proefstations op, 400 om precies te zijn, waaronder een proefstation in Kazachstan.

Hij toonde aan dat 90% van de westerse, gematigde, vruchten hun oorsprong vonden in die bergen van Kazachstan, in Kirgizië. En al die variëteit van kersen, van appels, van abrikozen, van amandelen komt uit dat hoekje. Dat is spectaculair. Niemand had dat bedacht. Die oorsprongsgebieden noemen wij de Vavílov-centers. De gebieden waar die biologische diversiteit van landbouwrassen eigenlijk nog steeds bestaat, en nu heel ernstig bedreigd wordt.

Louise Fresco in Brainwash Talks

Stalin was niet van Vavílov gediend. Integendeel, Stalin stond proletarische wetenschap voor. En Stalins handlanger in deze was de grote opponent van Vavílov, en dat was Trofim Lysenko. Een man die een charlatan was, een bedrieger, een leugenaar. Iemand die geen proeven deed, want proeven doen was academische wetenschap, en 'daar hebben wij niets mee te maken'. Lysenko beweerde dat hij kon aantonen dat je binnen een generatie een ras kunt veranderen, en dat die eigenschappen dan ook gelijk overerfbaar zijn.

Dat is genetische onzin, zoals je je kunt voorstellen. Je kunt niet zomaar in één generatie iets veranderen. Maar hij beloofde aan Stalin dat hij in ruil voor geld binnen een seizoen van zomertarwe wintertarwe zou maken, of omgekeerd. Er ontstonden twee kampen in Moskou, twee totaal verschillende denkwerelden. Die van Lysenko, de charlatan, die van alles beloofde, en een prachtig redenaar was. En de denkwereld van Vavílov. Vavílov had op het hoogtepunt van zijn bloei 20.000 medewerkers in Rusland opgeleid, had 400 proefstations, en had zijn grote genenbank met 380.000 zaden in Leningrad opgericht. De eerste en grootste genenbank ter wereld, wat nog steeds de basis is voor de variatie van de aardappelen en de tarwe die wij vandaag eten. Dat hebben we allemaal aan Vavílov te danken.

Hij had een heel groot netwerk, maar dat alles was gevaarlijk in die tijd. Hij werd ervan beschuldigd dat hij een spion was. Het hoogtepunt van die crisis was in december 1936, toen het politbureau van de Sovjet een speciale hoorzitting organiseerde, waarin de politieke leiding zou beslissen over de wetenschap achter de Russische landbouw.

In die setting moest eerst Lysenko en vervolgens Vavílov uitleggen wat z'n theorie was. Vavílov, die begreep dat zijn dagen geteld waren, wilde zijn theorie niet opgeven. Hij benadrukte dat dit de genetica van Mendel en Darwin is. Dat we moeten experimenteren, planten moeten kruisen. En dat we alleen dan langzaam maar zeker de goede eigenschappen krijgen die nodig zijn om hongersnoden te voorkomen. Waar ik voor sta met mijn genenbank, zei Vavílov, dat is het biologisch erfgoed van de mensheid. En dat moet beschermd worden. Lysenko zei: ik beloof u alles. En aan het eind klapte Stalin alleen voor Lysenko.

Toen wist Vavílov dat het einde nabij was. Zijn medewerkers werden ontslagen, hij werd zelf ontslagen en mocht niet meer publiceren. Maar het was niet zo makkelijk om Vavílov zomaar te arresteren, want hij was een beroemd man, ook internationaal beroemd. Het duurde tot 1940 voordat Stalin hem kon arresteren. Met een arrestatiebevel van Beria getekend, werd hij nog één keer op expeditie gestuurd. En hij was blij want hij dacht: dit is misschien wel de laatste expeditie, maar ik mag nog een keer. Hij werd naar Oekraïne gestuurd. En daar in een grasveld op een heuvel werd hij gearresteerd, terwijl hij zijn laatste zaden verzamelde.

Vavílov werd in de gevangenis gegooid, gemarteld, werd een uur per dag ondervraagd en het zou nog jaren duren voordat hij eindelijk stierf. Hij werd letterlijk op een hongerdieet gezet. Hij kreeg alleen maar droog meel en af en toe een koolblad. In januari 1943 stierf hij en de officiële doodsoorzaak in de archieven van de gevangenis van Saratov was: hongeroedeem. De man die had gestreden voor zaden ten behoeve van het voorkomen van de honger in Rusland stierf zelf van de honger.

Nicolaj Vavílov in gevangenschap, in 1942

Zijn lichaam werd in een graf met naamloze gevangenen gegooid. En wat hij niet wist – misschien nog wel het meest aangrijpende van dit verhaal – was dat tegelijkertijd zijn medewerkers van het instituut van de grote zadenbank in Leningrad gedurende 900 dagen van het beleg van Leningrad die verzameling wilden beschermen. Het was tenslotte de belangrijkste genenbank ter wereld. Zij wisten ook: dit is het erfgoed van de mensheid.

De gebieden waar de zaden vandaan komen zijn bedreigd. En het is misschien onherstelbaar als we dit kwijtraken. Dus tegen alle hongerige soldaten in, een Sonderkommando van Hitler dat op weg was om deze schat te stelen, beschermden zij de genenbank en bekochten dat met hun leven. Negen van Vavílovs medewerkers stierven in die koude cellen van de bunker onderin dat gebouw, waar die zaden lagen. Gelukkig, moet je misschien zeggen, wist Vavílov dat niet.

Het duurde heel lang voordat Vavílov werd gerehabiliteerd. En nog steeds, is het veelzeggend dat de meeste mensen zijn naam niet kennen. Dat zegt iets over hoezeer dit werk als het ware verdwenen is. Terwijl het de basis is van alles wat wij eten, van een internationaal netwerk wat we nog steeds hebben en waarvan de kopieën van die zaden nu allemaal op Spitsbergen liggen, om ze te beschermen tegen het eventuele verdwijnen van die zaden elders.

Wat mij betreft staat Vavílov met zijn denken en met zijn werk, zijn genencentrum, zijn begrip van de biologische diversiteit, maar ook het feit dat hij alleen al in die korte 20 jaar 245 rassen van nieuwe voedselplanten in Rusland introduceerde, op één lijn met Mendel en Darwin. Hij verdient het dus echt om aandacht te krijgen.

Voor zijn wetenschappelijke moed staat hij in het lijstje van Galileo Galilei. En eigenlijk nog meer, want hij heeft zijn wetenschappelijke theorieën niet herroepen. Integendeel. Hij bleef tot het einde toe volhouden dat de westerse academische genetica en de wetenschappelijke methode van toetsen de enige ware methode was, ook in de biologie. Hij was moediger en hij bekocht het met zijn leven.

Maar het verhaal van Lysenko en Vavílov is nog niet eens ten einde. Een paar weken geleden nog in Moskou bekogelden rechts-extremisten de foto van Vavílov en die van Einstein en nog een paar wetenschappers met rotte eieren. Onder de leuze: dit zijn de mannen die ervoor zorgen dat wij niet te eten hebben en dat onze wereld vergiftigd wordt. Hoe tragisch kan het zijn dat men niet eens begreep wat de boodschap van Vavílov was.

Want het verhaal van Vavílov is natuurlijk het verhaal van wat vandaag nog steeds zo actueel is. Hoe verzet je je tegen politici die iets willen horen, of tegen de publieke opinie die graag hoort dat het zus of zo is? Hoe kan je wetenschappelijke methoden een plaats geven, tegenover pseudowetenschap, tegenover media (de Pravda in die tijd) die alles publiceren wat jou in feite geen ruimte geeft. Hoe kan je zorgen dat ideologie de wetenschap niet binnensluipt?

Dat is een verhaal wat ook vandaag de dag nog steeds moet worden verteld. Dus onthoud die naam, Nikolaj Ivanovitsj Vavilov, de grootste botanicus ooit.