Hoe geven we de wereld vorm als we uitgaan van een verkeerde wereldbeschouwing? Hoe moeten we onze wereld vormgeven? De wereld van ons samen. En hoe geven we ons leven vorm? Dat zijn belangrijke vragen. Vragen die ik heel boeiend vind. Net zo belangrijk is het kader waarin we deze vragen bezien: ons denkkader, onze visie op de wereld. Onze handelwijze in de wereld. De lenzen waardoor we naar de wereld en de toekomst kijken. Welke bril hebben we op als we naar de toekomst kijken en naar hoe we die toekomst vorm gaan geven?
In Brainwash Talks van Human delen invloedrijke denkers, schrijvers, kunstenaars en wetenschappers verrassende ideeën voor persoonlijke en maatschappelijke problemen. Deze keer filosoof Karim Benammar over overvloed.
Wij zien het leven als een gevecht. Want door de geschiedenis heen is het leven altijd een strijd geweest. Tegen hongersnood, oorlog, en ziekte. Dat gevoel van strijd is diep verankerd in onze genen, in onze cultuur, en in onze identiteit. Het is gebaseerd op een overtuiging van schaarste. Het idee dat er niet genoeg is voor iedereen. Het idee dat er niet genoeg goederen zijn voor de nu zeven miljard mensen op aarde, en zeker niet voor de elf miljard mensen op aarde eind deze eeuw. Als je schaarste beschouwt als natuurwet, denk je dat wat je nodig hebt heel groot is en wat je hebt veel kleiner is. Er is een grote onbalans tussen wat je nodig hebt en wat je hebt.
Dat gevoel van schaarste kun je oplossen door genoeg te produceren voor iedereen: iedereen een eenvoudige auto, een eenvoudige woning. Iedereen een of twee vakanties per jaar. Dat probeerden de communisten. Maar het beviel niet zo. En dat kwam doordat we die schaarste veel erger gemaakt hebben. Aan het begin van de industriële revolutie, maar vooral vanaf de tweede helft van de 20e eeuw hebben we het begrip 'consumeren' geïntroduceerd. We hebben een enorm productie- en consumptiesysteem. En we consumeren niet zozeer omdat we het nodig hebben, maar om indruk te maken op anderen. 'Moet je m'n kleren zien. Moet je m'n auto zien. Moet je zien waar ik allemaal geweest ben.' We doen dit om status te verkrijgen. We willen indruk maken.
En dat alles maakt het schaarsteprobleem veel erger. Want deze schaarste kan niet worden opgelost door productie. Deze schaarste houdt nooit op, want er is altijd iemand die meer heeft dan ik. Iemand die rijker is, het beter heeft of avontuurlijkere vakanties heeft. Dat is een heel deprimerend wereldbeeld: wat we ook doen, er is altijd schaarste. Dus laten we eens van perspectief veranderen. Door ons bijvoorbeeld af te vragen: wat is het leven?
Het leven op aarde wordt in stand gehouden door de straling van de zon. Door de energie van de zon. De zon is een hemellichaam waar door kernfusie enorme hoeveelheden fotonen vrijkomen. De meeste daarvan verdwijnen, maar een deel ervan komt op de aarde terecht. Ze worden opgenomen door planten, via fotosynthese. Fotonen brengen planten voort, dieren eten planten, dieren eten dieren, wij eten planten en dieren. In zekere zin eten we zonne-energie. Het leven bestaat uit fotonen van de zon die door planten, dieren en mensen worden omgezet. Je zou dus kunnen stellen dat het leven energie is die zich uitspreidt over de tijd. Het leven is energie die voortstroomt door de tijd, via planten, dieren en mensen.
Wat zo opvallend is aan die ster van ons, die zon, is dat die een gigantisch overschot aan energie heeft. Als je het berekent, blijkt dat er 10.000 keer zoveel zonne-energie is als wij nodig hebben. Volgens een ander rekenmodel is het zonlicht dat in een uur op aarde valt, genoeg om in onze energiebehoefte voor een heel jaar te voorzien. Er is dus nog een onbalans, die van de overvloed. Je hebt veel meer dan je ooit nodig zult hebben. Dat is de formule.
De Franse denker en filosoof Georges Bataille, die hierover schreef, wees erop dat er niet alleen heel veel zonne-energie is, maar het wordt ook nog eens gratis aangeleverd. Het is niet alsof de aarde over vier of vijf miljard jaar de rekening krijgt: 'U hebt zo- en zoveel zonne-energie verbruikt, wilt u nu betalen?' De zon is een enorme nucleaire reactie, waarbij energie vrijkomt, en die is gratis. Het is een onvoorwaardelijk cadeau. Het leven is een onvoorwaardelijk cadeau in de vorm van energie.
Als je stilstaat bij dat gegeven van enorme overvloed, als je stilstaat bij al die zonnestraling, bij dat cadeau, als je bedenkt dat jouw leven ook een vorm van voortgezette energie is, dan hoef je je misschien niet zo druk te maken over schaarste. Dan kun je denken: Er is genoeg. Er zal altijd genoeg energie zijn. Het gevoel dat hetgeen je nodig hebt altijd beschikbaar is. Dat is een heel ander perspectief.
Hoe maken we die transitie van schaarste naar overvloed? We kunnen hem maken in de economie. Economie is de studie van de verdeling van goederen bij een bepaalde schaarste. Economie kent geen overvloed. Als iets in overvloed aanwezig is, is het gratis. Een economie van overvloed bestaat niet. Dat kennen we nog niet. Toch zijn steeds meer dingen in ons leven in overvloed aanwezig. Zoals virtuele dingen: liedjes, boeken, allerlei content die gratis gekopieerd kan worden.
Alles wat we produceren: we zijn zo goed in dingen produceren, dat je een prima horloge kunt maken voor één euro. Dan moet er natuurlijk ook een exclusief horloge van honderd of duizend euro zijn om indruk mee te maken, maar de productiekosten van het horloge zijn bijna nihil. En als robots al het werk gaan doen en alles op programmatuur draait, dan wordt de productie nog goedkoper. We zien dus een economie van overvloed ontstaan.
En dat andere probleem, het milieu? Je kunt zeggen: Oké, alles is in overvloed aanwezig, maar het broeikaseffect dan? Het uitsterven van diersoorten, de vernietiging van de aarde? Het probleem van de vernietiging van de aarde is geen schaarsteprobleem. En proberen we dat probleem vanuit een schaarstestandpunt op te lossen, met schaarstestrategieën, dan is dat verkeerd. Minder produceren is niet de oplossing. Stel even dat we te veel produceren, de aarde uitputten, en dat we dus de productie omlaag brengen. Dan putten we de aarde alleen maar wat langzamer uit. Alsof je naar het einde van de wereld loopt, op een afgrond af, je er bijna invalt... maar je besluit langzamer te gaan lopen. Uiteindelijk val je er toch af.
De aarde biedt al vier miljard jaar voedsel voor alle dieren die er leven, zonder dat zij is uitgeput door schaarste. Door een circulaire economie, recycling, een cradle-to-cradle aanpak, kunnen we anders produceren. We kunnen zorgen dat producten hergebruikt worden. Dus niet minder produceren, maar anders.
De grootste verandering betreft ons leven. Waar zit ons schaarstedenken? Waarom zou het leven om nemen draaien? Want binnen dat denkkader van schaarste zie je het leven als een wedstrijd. 'Ik moet m'n ellebogen gebruiken. Ik moet zorgen dat ik niks tekortkom. Dan is er niets meer voor anderen.' Het leven als wedstrijd, als gevecht tegen de natuur, als concurrentie met anderen. Dat is geen fijne gedachte.
Stel dat je je leven vanuit overvloed bekijkt: je hebt alles wat je nodig hebt. Je produceert te veel. Wij allemaal kunnen meer produceren dan we in ons leven afnemen. Als we meer nodig hadden om te overleven, dan was er al geen leven meer. Wij allen vertegenwoordigen een overschot aan energie. En we kunnen allemaal beslissen wat we met die energie doen. We kiezen waar we hem aan besteden. Stel dat je in je leven overschakelt van nemen naar geven. Van een focus op 'ik zorg ervoor dat ik en mijn gezin genoeg hebben' naar 'hoeveel kan ik geven?' Hoe zou dat voelen? Want je gaat ervan uit dat er genoeg is voor jou. 'Er is genoeg beschikbaar, ook in de toekomst.'
Eigenlijk hebben we nooit geleerd hoe we met overvloed moeten omgaan. Alle rijke mensen die ik ken, zitten erover in dat iemand anders meer heeft. Ze doen nog steeds aan schaarstedenken. Ze hebben drie auto's en zes huizen. Raar, want je kunt niet in drie auto's tegelijk rijden, of in zes huizen tegelijk wonen. Rijk zijn is anderen beletten te genieten van iets waar jij niet van kan genieten, omdat je er te veel van hebt.
Maar stel nou dat rijk zijn inhield dat je weet dat al je behoeften vervuld kunnen worden? Heb je vervoer nodig? Dat is er. Heb je woonruimte nodig? Check. Gezondheidszorg? Die is er. Het gevoel dat je daar toegang toe hebt, en in de toekomst ook. Dat is voor mij de betekenis van rijkdom. Het idee dat ik allemaal dingen moet opstapelen in mijn appartement is een triest gegeven dat voortkomt uit schaarstedenken. Alsof degene die het meeste speelgoed heeft als hij doodgaat, gewonnen heeft.
Stel, je maakt de overstap: je gaat ervan uit dat je leven niet om nemen draait, maar dat het ook heel belangrijk is wat je gaat geven. De Amerikaanse tennislegende en activist Arthur Ashe zei: 'From what we get, we can make a living. What we give, however, makes a life.' Het leven bestaat dus uit energie die zich uitspreidt over de tijd. Mijn leven is energie die zich uitspreidt over de tijd. Jullie leven is energie die zich uitspreidt over de tijd. Wat ga je met je leven doen?