Het onschuldige draaideurincident in 2006 en soortgelijke incidenten die anderen hebben ervaren in de afgelopen decennia hebben mij gemotiveerd om werk te maken van digitale geletterdheid en digitale gecijferdheid. Digitale geletterdheid omhelst zachte vaardigheden, zoals het om kunnen gaan met computers, het kunnen opzoeken van informatie op het internet en mediawijsheid in het algemeen. Digitale gecijferdheid gaat over hardere vaardigheden zoals algoritmisch kunnen denken en kunnen programmeren.
Zowel digitale geletterdheid als digitale gecijferdheid zijn van belang om te begrijpen hoe algoritmen werken. Hoe ze gemaakt worden. Waartoe ze in staat zijn. Welke kansen en gevaren ze vormen voor de individuele burger, maar ook voor de samenleving als geheel. Ik leer mijn studenten vanaf het eerste moment digitale geletterdheid en digitale gecijferdheid, omdat deze vaardigheden voorwaarden zijn voor inclusie en participatie in de moderne samenleving. Eigenlijk net als lezen en schrijven in het verleden belangrijk bleken voor emancipatie.
Terugkijkend bracht het draaideurincident mij in de voetsporen van mijn grootvader en van mijn overgrootvader. Mijn overgrootvader vond lezen en schrijven een voorwaarde voor participatie in de samenleving. Daarom spreekt hij ook zijn hele leven lang voor geletterdheid. Hij studeerde theologie van 1880 tot 1884 in Uppsala, Zweden. Waar hij ook twaalf talen leerde spreken, waaronder Zweeds, Engels, Grieks, Latijn, Hebreeuws en Arabisch. Zijn kennis van de Bijbel en zijn talenknobbel zette hij in voor emancipatie van achtergestelde groepen. Zo vertaalde hij de Bijbel naar het Tigre en Tigrinya, de talen die gesproken worden in de Egyptische hooglanden.
Zijn zoon Isaac, mijn opa dus, groeide op met het bewustzijn van het belang van lezen en schrijven, maar hij vond rekenen net zo belangrijk. In zijn ogen was rekenen een universele taal waarmee je overal kunt functioneren. Daarom zette hij zich in voor geletterdheid én gecijferdheid, zoals beschreven in zijn biografie The war on illiteracy, ofwel De strijd tegen ongeletterdheid. Met zijn strijd verzette hij zich tegen het onderwijsbeleid van de Italianen, de kolonisatoren destijds. Dat beleid was erop gericht Eritreeërs minimaal onderwijs te geven in een taal die niet hun eigen was.
Via ongeletterdheid probeerde de Italianen – en later de Britten en later de Ethiopiërs – om Eritreeërs uit te sluiten en uit te buiten. En ook vandaag de dag nog wordt in Eritrea ongeletterdheid gebruikt als een middel voor staatsonderwerping. Helaas.
Mijn overgrootvader en grootvader hebben hun hele leven gewijd aan de emancipatie van achtergestelde groepen in de samenleving. De een door ze te bewapenen met geletterdheid en de ander door ze te bewapenen met gecijferdheid. Vandaag de dag is rekenen, schrijven en lezen niet meer voldoende voor emancipatie in welke maatschappij dan ook. Niet in Eritrea en niet hier in Nederland. Digitale geletterdheid en digitale gecijferdheid zijn net zo belangrijk geworden.
Via onderwijs en via publieke discussie probeer ik daarom mij in te zetten voor digitale geletterdheid en digitale gecijferdheid voor iedereen. Voor jong en oud. Man, vrouw, laag opgeleid, hoog opgeleid. Migrant of niet. En ook voor jou. Want ook jij kunt, zonder dat je je daar bewust van bent, een achtergestelde positie hebben in deze digitale samenleving.