'Voorbij de gedachten aan recht en onrecht bestaat een veld. En daar zal ik jou ontmoeten.' Dat zegt dichter Rumi. Ik wil uit het oorlogsdenken stappen, en spreken over hoe je met elkaar kunt omgaan in dat veld. Hoe kan je dat veld tussen twee mensen maken, hoe kan je daar wonen? En hoe ziet het er dan uit?
Ik ben daar al zo lang als ik mezelf ken mee bezig. Want ik heb moeite om me te hechten, moeite om mensen te vertrouwen, en tegelijkertijd wil ik niets liever dan in verbinding staan. Mijn grootste angst was altijd de gedachte: 'Stel je voor dat ik in wezen ten diepste alleen ben en dat ware connectie eigenlijk niet bestaat. Dat dat niet kan.'
Uit het oorlogsdenken stappen. Ik heb daar vijf punten voor. Ik ben zelf ooit begonnen met Zina, onder artistieke leiding van Adelheid Roosen. Wij zijn door wijken door heel Nederland getrokken en hebben een methodiek ontwikkeld waarbij we in adoptie gaan bij mensen. Dat is letterlijk twee weken bij iemand wonen.
Je openstellen aan de ander, over je eigen grenzen en verlegenheid heen stappen, je beide levensscenario's tot elkaar brengen, en daar een voorstelling van maken. Nu was dat voor mij nogal makkelijk omdat ik er mijn werk van had gemaakt. Maar hoe dat te doen in je eigen leven?
De eerste stap is bereidheid tot het maken van contact. Nu lijkt dat een no-brainer. Als je connectie wilt, moet je natuurlijk bereid zijn tot het maken van contact. Maar wat houdt dat in? Als je het wil doen vanuit een soort mentale gedachte, omdat je vindt dat je een goed mens moet zijn of denkt: 'Nou, dat is volgens mij wel goed, als ik een goede relatie heb met mijn kinderen, mijn ouders of mijn geliefde.'
Dat werkt niet. Je moet genoeg eenzaamheid en pijn hebben ervaren zodat de intrinsieke ervaring is dat je ten diepste pijn hebt en ongelukkig bent als je je hart niet openstelt. Dus er moet vanuit je eigen ervaring de wens zijn om contact te maken. Daar begint het mee. Ja, ik wil, hoe eng ik het ook vind, hoe spannend ik het ook vind, hoe kwetsbaar ik me ook voel, ik wil het aangaan.