Wat deze man niet weet, en wat wij toen ook niet wisten, is dat deze aanval een half jaar eerder al werd gezien door de Nederlandse MIVD. Zij hadden een aanvalscomputer gevonden in een datacentrum in Meppel, langs de spoorlijn tussen Zwolle en Groningen. De MIVD is dat ding gaan tappen en zag dat de computer van Russische hackers was. Zij bleken in Oekraïne op zoek naar elektriciteitsbedrijven om daar software achter te laten. Daarnaast waren ze in Oost-Europa op zoek naar mediaredacties, waar ze bijvoorbeeld bij lokale verkiezingen vanaf een afstand binnendrongen, om documenten en video's te verwijderen, zodat journalisten niet over de verkiezingen konden berichten.
En ze deden in het Westen verkenningen van de besturing van bruggen en sluizen. Even kijken wat voor software daar draait. Dit leidt bij de MIVD tot schrik. Altijd hebben ze gedacht: het gaat om spioneren. Er komt vast een moment dat het internet gebruikt gaat worden voor beïnvloeding, voor sabotage. Nu is kennelijk dat moment.
De MIVD houdt samen met de bazen van de AIVD en de NCTV (de Nederlandse veiligheidsdiensten) een geheime bijeenkomst in de blauwe kamer van Algemene Zaken, met premier Rutte. Ze zeggen: Wij zien dat de eerste hoofdstukken worden geschreven van hetgeen waar wij altijd voor waarschuwen. En hier maken wij ons zorgen om. Wij vinden dat Nederland, u, meneer Rutte, 340 miljoen euro moet vrijmaken om ons te beschermen. Om digitaal specialisten op te leiden, om een nationaal detectienetwerk te verbeteren.
De premier hoort dit aan, samen met enkele van zijn ministers. Schrikt hiervan, maar doet niks. Als het om geld gaat, trekken de ministers zich terug. Algemene Zaken heeft geen eigen budget. Defensie moet al heel veel bezuinigen, Buitenlandse Zaken wil liever geld aan iets anders geven.
Wat zeggen deze twee verhalen nou? Van 2011 tot 2015. Van spioneren naar saboteren. In zo'n kort tijdsbestek is de rol van inlichtingendiensten aan het veranderen. Maar het zegt ook iets anders. Premier Rutte, daarmee geconfronteerd, wil geen geld vrij maken. Daar kunnen we natuurlijk allemaal verontwaardigd over zijn. Maar het is niet heel erg anders van wat wij allemaal doen.
We delen, we mailen, we appen, we liken. En we weten ook dat dat risico's geeft. Dat dezelfde apparaten die wij gebruiken om bijvoorbeeld met Google Maps door het verkeer te navigeren ook nieuwe risico's geven. De waarschuwingen kennen we, maar toch gaan we ermee door. Een fiets zetten we op slot, maar een passwordmanager zetten de meeste mensen niet op hun telefoon. Waarom is dat?
Ik heb zes jaar onderzoek gedaan naar de digitale wereld. Ik heb me altijd afgevraagd: hoe kan het dat we dat niet zien? Dat we er niets aan doen en die risico's niet willen ervaren. Ik denk dat het komt omdat we die risico's echt niet zien. Als we een fiets niet op slot zetten dan weten we dat hij weg is. De dreiging voor een mobiele telefoon is onzichtbaar, maar de gevolgen kunnen veel groter zijn.
Digitalisering laat zich vergelijken met antibiotica. Er zijn talloze voordelen. Je kunt er heel veel ziektes mee genezen. Alleen er is een keerzijde. Bij ondoordacht gebruik ontstaan nieuwe risico's, dan worden we immuun voor bepaalde ziektes. Zo is het ook met digitalisering. Er zijn talloze voordelen. Maar bij ondoordacht gebruik van ons allemaal worden we extra kwetsbaar.