De tweede fase, die cultivering, daar had ik het in het begin over. Daar hebben wij het zo druk mee in de 21e eeuw. Daarvoor fietsen wij ons buiten adem van het ene naar het andere clubje. Dat hele circus dat zich op die woensdagmiddagen ontrolt. Dat is onze belangrijkste ambitie, lijkt het nu wel. De derde fase, civilisering, die kennen we ook heel goed. Daar maken we graag ruzie over, wie er nou verantwoordelijk is. De straatcoach, de voetbaltrainer, de school of de ouders. Maar iemand moet kinderen fatsoensnormen bijbrengen. Wie precies, daar kunnen we over steggelen, maar dat het belangrijk is, daar twijfelt niemand aan.
Maar die vierde fase, de ontwikkeling van het geweten daar hoor je heel zelden iemand over. Klinkt misschien ook wel een beetje moralistisch of aanmatigend, 'gewetensvorming', maar Kant bedoelde daarmee niet meer en niet minder dan de ontwikkeling van je autonomie. Dat is zelf leren denken, zelf beslissingen nemen en je daarvoor verantwoordelijk weten. Dat is in deze tijd zeker niet minder belangrijk dan toen. Maar hoe doe je dat, gewetensvorming? Hoe ontwikkel je een geweten? Het aller-, allerbelangrijkste is daarin dat je kinderen leert het goede te doen, vanwege het goede zelf. Het goede doen vanwege het goede zelf. Dus niet omdat ze je gehoorzamen, maar omdat kinderen weten wat het goede is, dat herkennen en dat ook het goede vinden.
Neem liegen. Als een kind liegt, dan moet je het nooit straffen, zegt Kant. Als een kind liegt, moet je uitleggen dat als het kind liegt, er op den duur mensen zullen zijn die het kind niet meer geloven. En je moet dat blijven herhalen en blijven uitleggen. Want als je je kind straft als het liegt of beloont als het de waarheid spreekt, dan gaat het op den duur denken dat het in de wereld zo werkt dat goed gedrag beloond wordt en slecht gedrag bestraft. Dat is dresseren.
Als het kind dan ouder wordt en erachter komt dat in de wereld goed gedrag niet altijd beloond wordt en dat slecht gedrag ook heus niet altijd bestraft wordt, dan verliest het de hele motivatie voor het goede handelen. En daar zijn natuurlijk veel meer voorbeelden van. Waarom zou je je aan je beloften houden? Waarom zou je andere kinderen niet pesten? Waarom zou je eerlijk delen? Cruciaal is dat bij de ontwikkeling van moraal het systeem van straffen en belonen volkomen misplaatst is. Daar creëer je op z'n best gedresseerde apen mee. Het lijkt misschien wel triviaal, maar die 'naughty spot', waar we het net over hadden die is hier toch wel heel erg ver weg. Autonomie ontwikkel je door het goede inzicht, inzicht in het goede, en de juiste motivatie. En dat leer je niet op babygym, niet op ponykamp, niet op vioolles, niet op voetbaltraining. En al helemaal niet op die 'naughty spot' waar je naartoe verbannen bent.
Maar hoe zou je dat dan aan kunnen pakken? Eigenlijk is er maar een ding wat enigszins daarbij in de buurt komt, en dat is een goed gesprek. Dat vergt een beetje tijd en een beetje reflectie, maar het belangrijkste is eigenlijk dat je eindeloos moet ouwehoeren. Misschien dat dat een klein beetje de prestatiedruk van de moderne 21e-eeuwse ouders zou kunnen verlichten. Kant zegt: opvoeden is een kunst. En dat is dus de kunst van het goede gesprek. Dat kan je niet leren op een clubje, dat kun je ook niet uitbesteden aan een professional. Ik denk dat ik volgende week woensdag voor één keer de sportspullen en de viool ga vergeten. En dat ik hele middag met de kinderen op een kleedje in het park ga zitten ouwehoeren.