Nog niet zo lang geleden, in de sportschool tijdens het roeien, keek ik MTV. 16 and Pregnant heette het programma. Ik wilde net kracht zetten voor mijn eindspurt toen er op het scherm voor mij een tekst verscheen: 'Een tiener zijn zuigt.' Ik was meteen van slag: Staat dit er echt? Of is dit een zinsbegoocheling? 'Een... tiener... zijn... zuigt.' Het was een ondertitel. Hooguit een paar seconden in beeld. Ongetwijfeld de 'vertaling' van iets als: To be a teenager sucks. Of: It sucks to be a teenager.
Onder het douchen kon ik er nog steeds niet over uit. Is dit ons voorland? Komt dit er nu van als je een roedel robottolken op het Nederlands loslaat? Baby-brabbel-taal. Bastaardzinnen. Ik dacht ook: als de globalisering van de taal zich op deze manier doorzet, raken we dan niet als wereldbevolking lost in translation? Op de fiets terug naar huis begon ik al een klein beetje minder somber in te zien. Doemdenken, dacht ik, is lui denken. Zeiken over wat je niet zint is gratuite. Niemand rekent je er op af. Ik moest ook aan iets anders denken. De titel van een gedenkboek over de Eerste Wereldoorlog. Het gaat over de eindeloze, zinloze slachtingen op de breuklijn tussen Duitsland en Frankrijk en het heet: Hadden we maar dezelfde taal gesproken.