Als kind wilde ik olympisch turnster worden. Maar mijn oma zei dat ik dan niet meer mocht groeien. En ik was nog maar zes, dus dat werd niks. Daarna droomde ik van iets ongewoners: bibliothecaresse worden. Dat was me waarschijnlijk ingegeven door een boek dat mijn moeder voorlas aan mij en ik nu aan mijn dochter.
Dat is Miss Rumphius, over Alice, die later Miss Rumphius wordt. Alice kijkt haar grootvader aan en vraagt: 'Als ik groot ben, kan ik dan ook naar verre landen reizen, opa? En krijg ik dan ook een huis aan zee?' En opa zegt: 'Allemaal leuk en aardig, meisje. Maar je moet nog iets anders doen. Je moet iets doen om de wereld mooier te maken.' Alice wordt dan bibliothecaresse, en dat bleef mij bij.
Maar wat volgens mij belangrijker is, is dat ik er ook het gevoel aan heb overgehouden dat ik op deze wereld ben gezet om de wereld ten goede te veranderen. De laatste plaats waar ik dat mogelijk achtte, was in het bedrijfsleven, want daar draait alles alleen om winst. Toch ben ik nu al een jaar of zeven actief als ondernemer. Nu wil ik vertellen hoe dat zo gekomen is. En hoe we volgens mij allemaal ons werk kunnen aanwenden om de wereld te verbeteren.
Op m'n dertigste bleek ik een voorstadium van baarmoederhalskanker te hebben. Gelukkig nog een voorstadium. Ik ben zes maanden intensief behandeld. En ik vroeg mijn artsen: wat kan ik zelf bijdragen aan mijn herstel? Een van mijn artsen raadde me aan maandverband van biologisch katoen te gebruiken. Ik was in die fase al snel overtuigd. Dus ik op zoek naar maandverband van biologisch katoen. Mijn buurtwinkeltje had dat niet. Dus ik op de fiets naar een speciale winkel voor mijn speciale tampons. En elke vrouw die dit hoort, snapt dat dit nogal een onhandige situatie is.