Je kunt mij met een enkele opmerking doen blozen, schuldig doen voelen, hoopvol, of gekwetst.
We zijn gewend om een onderscheid te maken tussen 'spreken' en 'doen'. Als iemand ergens over opschept, bijvoorbeeld door te zeggen dat hij of zij niet bang is om parachute te springen, of laat ik bij mezelf blijven – als ik zeg dat ik eindelijk eens mijn rijbewijs ga halen en rijlessen zal nemen, dan zijn we toch al gauw geneigd te denken: laat eerst maar eens zien dat je het werkelijk doet, in plaats van er alleen maar over te praten!
We kennen niet voor niets het gezegde: makkelijker gezegd dan gedaan.
En toch is al dat loze gepraat, dat nergens toe leidt, op zichzelf ook een vorm van 'doen'. Dit is een inzicht waarover ik begon na te denken na het lezen van teksten van de Amerikaanse filosoof Judith Butler. Zij werd in de jaren negentig bekend met haar boeken over gender en seksualiteit. In deze boeken kwam ook haar interesse in de werking van taal naar voren: bijvoorbeeld in de vraag wat het betekent om jezelf 'man' of 'vrouw' te noemen – zowel voor degene die zich in één van deze categorieën thuis voelt als voor degene die zich er niet in thuis voelt.
Ik houd mij dagelijks bezig met dat wonderlijke materiaal: taal − met de wijze waarop woorden gevoelens kunnen opwekken, hoe woorden je mee kunnen nemen in de hoofden van fictieve personen, of je mee kunnen voeren naar bedachte plaatsen. Ik ben namelijk schrijver, vandaar.
Ik wil het dus niet over gender hebben, het onderwerp waar Butler beroemd mee werd, maar over haar aandacht voor taal en vooral voor het onderscheid tussen doen en spreken. Waar wordt het verschil tussen spreken en doen nu eigenlijk door gekenmerkt? Goed, het ene maakt gebruik van taal het andere is een vorm van concreet handelen. Doorgaans wordt dan ook gezegd dat 'doen' een lichamelijk bezigheid is terwijl spreken een bezigheid van de geest is. Hiermee grijpt dit onderscheid terug op het traditionele lichaam-geest onderscheid.
Butler zegt evenwel dat spreken ook een lichamelijke bezigheid is. Je gebruikt je tong, lippen, je stembanden en luchtwegen en bovendien kun je je uitspraken door middel van lichaamstaal kracht bijzetten, of juist afzwakken, of tonen dat je eigenlijk een grap maakt. Eigenlijk, zegt Butler, kun je helemaal geen helder onderscheid maken tussen doen en spreken.
Tekst loopt door onder de afbeelding.