In Brainwash Talks van HUMAN buigen journalisten, schrijvers, wetenschappers, theatermakers en filosofen zich over de grote persoonlijke en maatschappelijke vragen van nu. Deze keer cultureel antropoloog Sinan Çankaya over microrevoluties.


'Als het je niet bevalt in Nederland, ga je toch lekker terug', zei de beste man tegen mij. We zaten midden in een discussie over de hypotheekrenteaftrek. Kun je nagaan! Het ging niet over integratie, niet over migratie of discriminatie. Maar over de hypotheekrenteaftrek.

Ik ben door jou. Dat wil zeggen dat ik mijn verhaal houd tegen de achtergrond van stelselmatige vormen van in- en uitsluiting in Nederland. In de zorg, in het onderwijs, op de arbeidsmarkt. Maar ook door onze instituties zoals de politieorganisatie. Bij etnisch profileren.

Ik ben dus, mede door jou. En tegelijkertijd houd ik mijn verhaal tegen de achtergrond van dat wij ook onszelf kunnen definiëren. En dat is waar ik het me hier om gaat: microrevoluties. Microrevoluties zijn in de kern verzetsstrategieën. Vormen van verzet dus.

Waar macht is, is verzet. Microrevoluties zijn ongeorganiseerde, informele, alledaagse, individuele vormen van verzet. Ze zijn soms impliciet en soms ook verborgen. En het idee met die microrevoluties is dat we aan de ene kant worden gedefinieerd, maar dat we ook voortdurend onszelf definiëren.

In mijn zoektocht heb ik me laten inspireren door het werk van James C. Scott. Hij heeft het boek Weapons of the Weak geschreven. Daarin gaat het onder andere over totalitaire instituties. En ik gebruik twee extreme voorbeelden, slavernij en de gevangenis. Daarin zijn individuen ook voortdurend, permanent bezig met het terugduwen tegen macht. Dus het gaat mij om het bevragen, het in twijfel trekken, het bediscussiëren, maar ook het verzetten tegen macht. En daarmee wil ik je ook bewust maken van je eigen invloedssfeer en manoeuvreerruimte. Dat je niet passief bent, maar actief. Een creatieve levenskunstenaar. Dat je dus geen gehoorzaam lichaam bent, maar dat je altijd en overal verzet pleegt.

Ik zal een aantal voorbeelden geven. Je kunt ze beschouwen als repertoires van verzet.

De eerste is: doen alsof. In mijn onderzoek naar de politie heb ik gekeken naar in- en uitsluiting binnen de politieorganisatie. Daar werd duidelijk dat agenten met een migratie-achtergrond steeds werden gewantrouwd. Het ging bijvoorbeeld om het vooronderstellen van dubbele loyaliteiten. Aan de ene kant naar hun achterban en aan de andere kant naar de politieorganisatie. En wat je zag, is dat die agenten allerlei verzetstrategieën, coping-mechanismen ontwikkelden, om die eisen steeds het hoofd te kunnen bieden.

Een Turks-Nederlandse agente vertelde over een situatie, een bekeuringsituatie, waarbij een voertuig komt aanrijden. De bestuurder van de auto is toevallig ook van Turkse afkomst, en vertelt haar een verhaal. De agente vindt dat die man een legitieme reden heeft voor de verkeersovertreding. Zij wil deze man dan ook eigenlijk alleen een waarschuwing geven. Maar vanwege eerdere ervaringen waarin zij werd bekritiseerd omdat ze mensen van haar eigen groep zou matsen, koos deze agente voor een hele bijzondere reactie.

Zij schreef namelijk op de bon: 'Meneer, dit is een waarschuwing. U hoeft de bon niet te betalen.' Zij overhandigde vervolgens de boete aan de man. En het fascineerde mij enorm. Ik vroeg haar waarom ze zo gehandeld had. Haar antwoord was dat ze op die manier aan de ene kant congruent bleef aan haar individuele norm. Ze vond namelijk dat die man geen verkeersboete verdiende.

Aan de andere kant was ze bezig met een vorm van impressiemanagement naar haar collega's toe waarbij ze in ieder geval de indruk wilde blijven wekken van neutraliteit en objectiviteit. Het ging haar vooral om het ontwijken van de discussie en van verwijten vanuit haar collega's. Dus de eerste vorm van verzet is: doen alsof. Het gaat hier niet om liegen en onwaarachtigheid. Het gaat om doen alsof.

Een aanhouding in Den Haag

De tweede is: humor, de tweede categorie van verzetsstrategieën. En dan niet humor in de betekenis waarbij je om een vervelende grap of opmerking lacht als een boer met kiespijn. Dus niet een situatie waarbij je je pijn probeert te camoufleren. Maar humor in de betekenis waarin het destabiliserend werkt. Waarin een ongelijke relatie wordt omgekeerd.

De meeste nakomelingen van migranten kennen de vraag: waar kom je vandaan? Idris Elba, een Britse acteur met Afrikaanse roots, kreeg deze vraag naar zijn achtergrond tijdens een interview zomaar uit het niets voorgelegd. Elba zei daarop: 'Mijn achtergrond? Een witte muur.'

Tijdens de jaren 90 in Joegoslavië werd er op een gegeven moment een demonstratieverbod afgekondigd, vanwege de spanningen. Wat besloten de mensen daar te doen? Ze gingen met tientallen, zo niet honderden, de straat op, met honden. Op een gegeven moment komt ook de politie naar de demonstranten toe en zegt: 'Jullie mogen niet demonstreren.' Waarop die mensen die daar rondlopen met de honden zeggen: 'We zijn niet aan het demonstreren, we zijn onze honden aan het uitlaten.' Het gaat steeds om het humorvol zoeken naar de ruimte waarin dit soort betekenissen worden omgekeerd.

De derde categorie die ik nu wil bespreken is: niets doen. Naar aanleiding van mijn onderzoek naar etnisch profileren wordt me vaak gevraagd: 'Hoe kunnen we dat nou doorbreken?' Voor de individuele agent geldt dat door niet uitvoeren van een controle een patroon of een routine kan worden gestopt. Met andere woorden, als de individuele agent onvoldoende gronden heeft voor een controle, kan die agent besluiten om de controle niet uit te voeren. Kiezen om niets te doen.

Het ultieme voorbeeld van niets doen, zijn de Gezipark demonstraties in Turkije. In 2013 kenden die de zogeheten standing man. Een man besloot op het grootste plein in Istanbul, het Taksimplein, stokstijf stil te staan. Hij stond daar urenlang stil. Hij was alleen maar voor zich uit aan het kijken. Op een gegeven moment komt er een agent naar hem toe, die niet weet wat hij met die man aan moet. Het is bijna aandoenlijk. Op een gegeven moment besluit hij ook weg te gaan. En wat er gebeurde, is dat na verloop van tijd steeds meer mensen naast standing man stonden. Eveneens zonder iets te doen. Volledig beheerst lichaam.

De demonstranten waren alleen maar stil voor zich uit aan het kijken. Uiteindelijk groeide standing man uit tot een grootschalig protest in meerdere steden in Turkije. En het hield daar niet op. Als een olievlek verspreidde het zich ook naar de diaspora in West-Europa. En je zag ook solidariteitsacties in Canada en de Verenigde Staten. Het begint bij één persoon die besluit om zijn onvrede te uiten. Dat is wat ik met die microrevoluties wil beschrijven.

Het heeft ook wel duidelijk een politieke component voor mij. Je zou kunnen zeggen: 'Ja maar, is het niet allemaal heel erg feestelijk en te positief? En wordt het individu niet verheerlijkt en overgewaardeerd?' Terecht. Toch denk ik dat we de ruimte moeten openlaten, de tussenruimte, deze ontsnappingsroute die ik probeer te beschrijven met microrevoluties. Dat is het gebied tussen alledaagse, individuele vormen van verzet, en de mogelijkheid, in ieder geval de potentie van grootschalige, collectieve maatschappelijke verandering.

Het klinkt allemaal vrij ambitieus in een wereld waarin we elkaar voortdurend betekenissen opleggen en elkaar ook steeds definiëren. Het zou kunnen dat we niet verder komen dan wat antropoloog Johannes Fabian moments of freedom heeft genoemd. Kleine momenten van vrijheid.

Ik las laatst een slogan op Facebook: 'Je kunt misschien de wereld niet veranderen, maar wel je eigen wereld'. Ik wil dan ook besluiten met het volgende pleidooi: Keer vanzelfsprekendheden binnenstebuiten. Verstoor de normale gang van zaken. En verzet je zo nodig door ongezellig te doen.