Uitgebreid eten, de nachtmis of een bezoek aan de Johannespassie: feestdagen gaan hand in hand met rituelen. Daarbuiten houden we ons er liever zo min mogelijk mee bezig. En we associëren ze al helemaal niet met een succesvol leven. We associëren ze met dwang, met voorgeschreven leefregels, die ons voorschrijven wat te doen. Veel liever gaan we onze eigen gang, vieren we onze uniciteit, zijn we onszelf.
Dat maken we onszelf wijs: voor een goed leven moet ik naar mezelf kijken. Ik moet op zoek gaan naar mijn ware ik. En als ik die heb gevonden, dan moet ik trouw blijven aan wie ik werkelijk ben. Ik moet van mezelf houden en mijn ware ik omarmen. Dan kan ik mijn leven leiden zoals ik dat wil, zoals het mij uitkomt, zoals bij mijn kwaliteiten en talenten past. Ik moet een carrière en een partner kiezen die het beste bij mij passen. Laten waar ik niet goed in ben.
We denken dat we zo allemaal in vrijheid kunnen leven. We zijn moderne mensen, denken we, die ons eigen leven leiden. In tegenstelling tot traditionele mensen. Traditionele mensen worden verteld wat ze moeten doen. Zij krijgen ideeën mee over zichzelf en over de wereld, die ze moeten aannemen. Traditionele maatschappijen doen aan rituelen. Rituelen die ze de wet voorschrijven en ze denkbeelden opleggen die ze moeten accepteren. Daarom zijn zij niet vrij en wij wel.
Maar stel dat die stelling niet klopt. Stel dat ons idee van het vrije zelf niet klopt en zelfs gevaarlijk is? Stel dat het ons beperkt. Stel dat het ons belet om een beter mens te worden. Als we naar een voorbeeld van een traditionele maatschappij kijken, zoals naar de ideeën over het zelf en het ritueel in het oude China, dan beseffen we misschien dat we onze eigen aannames moeten bijstellen.