1901. Auto's waren er nog nauwelijks. Gegoede dames lieten zich in hun korset insnoeren. Stijlvolle mannen droegen hoge hoeden en liepen met wandelstokken. De slavernij was op de meeste plekken officieel afgeschaft en op een vrije dag kon je exotische mensen bezichtigen in speciale mensentuinen. Mensentuinen? Ja. Dit waren commerciële pretparken waar je naar De Wilden kon kijken. Achter een hek. Tentoongesteld. Bosjesmannen. Echte hottentottententententoonstellingen.
1901. De tijd waarin we vanuit Europa en Amerika met pen, papier en de bijbel de bush introkken om zieltjes te redden. Om, zoals mijn goed katholieke oma altijd zei, die arme zwartjes te helpen. Niet makkelijk, omdat de gedachte was dat ieders genetische materiaal, je natuur, je biologische DNA bepalend was voor jouw mate van beschaving en de hoogte van je IQ. Eens een dubbeltje altijd een dubbeltje. Zwart was dom en wit was slim.
In deze tijd wordt Margaret Mead geboren, in een vrijgevochten intellectueel gezin, in Philadelphia in de Amerikaanse staat Pennsylvania. Als klein meisje al stelt zij zich de vraag wat het betekent om mens te zijn. Wat moet je dan doen, wat moet je vooral laten, wat moet je weten?! Zij start als een van de eerste vrouwen een wetenschappelijke carrière en zal uiteindelijk wereldwijd de bekendste cultureel antropologe worden. In Amerika een van de invloedrijkste vrouwen. In mijn ogen een stoer wijf. Door hoe zij in haar levensstijl en gedachten niet bang was anders te kijken naar gevoelige onderwerpen.
Op 23-jarige leeftijd nam ze de boot naar de Samoa-eilanden. Niet om De Wilden als aapjes te bestuderen. Maar om van ze te leren. Ze leerde de taal en trok negen maanden op met een groep meiden, om te ervaren hoe zij hun pubertijd beleefden. Het verhaal in Amerika was dat de pubertijd een stressvolle aangelegenheid was, met, in goed Amerikaans, veel sturm und drang und weltschmerz. Niet alleen in Amerika overigens, en ook niet alleen toen. Ik weet nog goed hoe mijn dochter op haar twaalfde vertwijfeld aan mij vroeg: 'en wanneer gaat het nu beginnen?' Alsof ze onvermijdelijk op een dag wakker zou worden als een tegendraads wezen. Waarom? Omdat dat nu eenmaal hoort bij de pubertijd - komt door de hormonen. Dat is biologisch bepaald. Mead stelde zich rond 1920 de vraag of dit wel zo was. En op Samoa ontdekte zij dat pubers deze tijd ook vrij en relaxed konden doorleven.
Haar boek Coming of Age sloeg in als een bom. Niet alleen omdat zij hierin beschreef dat op Samoa een sexuele vrije moraal heerste waarbij pubers vrij waren om seksueel met elkaar te experimenteren. No stress, just seks, in goed Amerikaans, zeg maar. Een gedachte die de fantasie prikkelde in het Amerika van de jaren 20. Maar ook vanwege haar conclusie dat teenagers, in New York en LA en North Carolina, geen stress hadden omdat ze pubers waren, maar vooral omdat ze Amerikaanse pubers waren.
Tekst loopt door onder de afbeelding.