Spinoza's eigen leven geldt hier als een sterk voorbeeld. Hij werd geboren in de Joodse gemeenschap in Amsterdam, aan het begin van de zeventiende eeuw, als zoon van een koopman. De streng gelovige Joodse gemeenschap mocht in vrijheid haar geloof beleven, maar was tegelijkertijd erg op zichzelf gericht. Spinoza kreeg echter ernstige twijfels bij de basisprincipes van de Joodse leer, en wilde zich met wetenschappelijke ontwikkelingen bezighouden. Toen hij 24 jaar oud was, werd een uitzonderlijk strenge banvloek over hem uitsproken wegens ketterij – hij werd uit de Joodse gemeenschap verbannen. Geen enkele Jood mocht nog contact met hem hebben. Maar Spinoza belandde niet in eenzaamheid. Hij vond eensgezinde geesten. Ook dit is een wenk: omring je met mensen die het beste in je naar boven brengen. En liefst niet met mensen die je angst, je onzekerheid versterken.
Zo werd Spinoza wie hij wilde worden: geen handelaar die eer, roem en geld nastreefde, maar iemand die zijn eigen visie op geluk trachtte te verwezenlijken. Hij leefde als lenzenslijper en vrije geest in Nederland. Hij nam de vrijheid om te denken en te schrijven wat hij wilde, al publiceerde hij maar weinig van zijn werk.
Spinoza's belangrijkste raad valt samen te vatten als 'actie of aanvaarden'. Actie onderneem je nadat je je eigen kracht hebt ingeschat. Waar ben je goed in? Wat maakt je gelukkig? Welke werkomgeving brengt het beste in je naar boven? Ik maakte een lijstje met mijn sterke en zwakke punten.
Tracht deze te begrijpen zonder te oordelen. Het gaat niet over wie je wil zijn, maar wie je kan zijn. Ik begon een andere wereld te verkennen. Ik nam contact op met uitgevers en redacteurs van kranten. Ik volgde een cursus creatief schrijven. Ik ging naar de London School of Economics om mijn kennis over globalisering te vergroten.
Je kan niet alles veranderen, ook niet aan jezelf. Heel wat in het leven moet je aanvaarden. Dat lijkt makkelijk, maar Spinoza doelt op een bijzonder soort aanvaarden: zonder berouw, een dubbele droefheid, zonder schuld, schaamte, zelfmedelijden.
Ik probeerde ook persoonlijke beperkingen, fouten en vergissingen in het verleden te aanvaarden. Ik liet me dus niet verleiden tot gepieker over vroegere keuzes – had ik niet eerder van baan moeten veranderen? Had ik niet iets anders moeten studeren dan filosofie – wat kan een mens er tenslotte mee? Nee, ik geloofde dat mijn keuzes in overeenstemming waren met de beste inzichten die ik op een bepaald moment in mijn leven had. Vrienden hielpen hierbij. Elke mogelijke twijfel over de studiekeuze viel weg nadat een schoolvriendin me eraan herinnerde dat ik altijd graag gefilosofeerd had, zelfs toen ik heel jong was. Ik jammerde ook niet over de vele talenten die ik overduidelijk niet had. Geen gezucht 'had ik maar…', 'kon ik maar'… Nee, het is wat het is. En dat is ruim voldoende als je je op die mogelijkheden richt.
Die combinatie van gerichte actie met gepast aanvaarden sprak me erg aan. Zoveel van wat Spinoza voorstelt komt erop neer dat je je ego wat moet temperen. Dat volgt uit zijn visie op God en de mens. De mens heeft de neiging zijn eigenbelang te overschatten. Dat gebeurt wanneer hij denkt het centrum en het hoogtepunt van de schepping te zijn. Spinoza heeft scherpe kritiek op de idee dat de mens volgens het evenbeeld Gods zou zijn geschapen. Of dat God deze wereld met een doel of plan heeft gecreëerd, waarin de mens dan een aparte rol zou spelen. Nee, de mens leeft korte tijd op een planeet in het universum, zonder enige belofte van een leven na de dood. Zonder beloning voor zijn lijden. En ook zonder dat op voorhand zou vastliggen waartoe hij in staat is. De mens is gewoon zoals de andere wezens in de natuur.