Lieve Carmen, jij bent mijn achternichtje, de kleindochter van mijn oudste broer Herman, die overleden is. Je woont in Groningen en je hebt zowel van je vader als van je grootvader een mooie zwarte kleur meegekregen. Ik schrijf jou deze brief omdat ik mij de laatste tijd afvroeg: Wat zou ik zelf als zestienjarige geweten willen hebben over hoe het is om als een zwarte vrouw te leven in deze Nederlandse samenleving?
Dus ik wil je een aantal boodschappen meegeven waardoor je niet alleen kunt overleven, maar zelfs kunt floreren in deze samenleving. Deze samenleving, waarin we graag doen alsof ras geen rol speelt. Alsof het niet uitmaakt welke kleur je hebt. We zijn zogenaamd kleurenblind. Maar het doet er wel degelijk toe welke kleur iemand heeft. Daar past een andere behandeling bij. Het is zo dat je heel graag zou willen dat ras er niet toe doet. Dat het er werkelijk niet toe doet. Maar zover zijn we nog niet. Dus daarom wil ik je erop voorbereiden dat het verleidelijk is te denken dat je dezelfde behandeling zult krijgen als je blonde vriendinnen. Maar dat is nu eenmaal niet zo.
Mensen zien een ander iemand dan ik zie: een mooi zwart meisje. Veel witte mensen zien iemand die anders is. Spreekt ze wel Nederlands? Is ze wel echt Nederlands? En als je je mond open gedaan hebt en je spreek prima Nederlands, dan krijg je complimenten over je Nederlands, terwijl je nooit een andere taal gekend hebt. Er is wel degelijk sprake van ongelijkheid. Een ongelijke behandeling op grond van ras. En we leren dat al heel vroeg. Kleine kinderen leren al voor hun vierde, nog voor ze naar school gaan, dat er verschil is. Dat het fijner is om met een witte pop te spelen dan met een zwarte pop. Die zwarte pop is stout. Die ziet er niet mooi uit, die is lelijk. Dus veel kleine kinderen kiezen ervoor om met een witte pop te spelen als ze de kans krijgen. Dat laat Sunny Bergman zien in haar documentaire Wit is ook een kleur.
In Nederland doen we weinig onderzoek naar de rol die ras speelt. Maar ik denk dat het zo is, en uit Amerikaans onderzoek blijkt dat kleine kinderen dat dus al snel in de gaten hebben. Patricia Williams, een Amerikaanse zwarte rechtsgeleerde, vertelt over haar zoontje van vier. Die gaat naar de kleuterschool en daar komt hij erachter dat wanneer de jongetjes cowboy en indiaan spelen, hij alleen maar indiaan mag zijn. Hij mag nooit cowboy spelen.