'Omdat niets ons avontuur in de weg mag staan', las ik laatst op een billboard langs de weg. Het was een reclame voor een reisorganisatie. 'Omdat niets ons avontuur in de weg mag staan.' Dat is precies het probleem, dat we dat denken, dat we dat willen. Als niets het avontuur in de weg staat, dan is het toch geen avontuur meer? Omdat niks onze ontwikkelingen in de weg mag staan. Dan kun je toch niet ontwikkelen? Omdat niks ons leven in de weg mag staan. Dat is geen leven.
Dan krijg je stilstand. Als niks ons avontuur in de weg staat, krijg je stilstand of zelfs regressie. Je hebt mensen die verhuizen van de stad naar het platteland. Dan hebben ze gelezen in de Volkskrant dat dat leuk is voor de kinderen. Maar: dat is helemaal niet leuk voor de kinderen. Die gaan weer duimen, terwijl ze daar al vijf jaar mee gestopt waren. Ze plassen weer in bed, hoewel ze daar al lang mee gestopt waren. Die kinderen gaan in regressie, die grijpen terug op iets wat ze achter zich hadden gelaten.
Ik pas zelf vaak regressietherapie toe als ik met de afstandsbediening voor de televisie zit. Terwijl ik iets zit te kijken dat eigenlijk een belediging is voor mijn intelligentie. 'Even lekker niet nadenken', zeggen we dan. Maar niet nadenken, dat is waar Tibetaanse monniken twintig jaar voor studeren. En dan lukt het soms. Dat is niet een kwestie van een knopje indrukken op een kastje. Je denkt altijd na.
Tekst loopt door onder de afbeelding.