In 1986 was ik elf jaar oud. Het WK voetbal werd in Mexico gespeeld. Marokko deed mee, het Nederlands elftal niet. Elke ochtend plofte de krant bij de buren op de mat. Op weg naar school las ik op de voorpagina van de krant de uitslagen. Gelijk spel tegen Engeland en Polen. En ze wonnen van Portugal. Er werd historie geschreven. Als eerste Afrikaanse land haalde Marokko de tweede ronde van een WK.

Bouderbala
Zaki
Krimau
Timoumi

De namen van de spelers klonken als de namen van helden. En zoals de namen klonken, zo speelden ze ook: speels, gedreven, vrij. Deze namen vol van verbeelding. In de tweede ronde trof Marokko Duitsland. Het grote Duitsland met Lothar Matthäus, Karl-Heinz Rummenigge en Rudi Völler. Namen die klonken als vooroorlogse auto's, gestaald in de Krupp-fabrieken, alles erop gericht om angst en ontzag in te boezemen.

We stonden er voor op, de hele familie. Midden in de nacht. De televisie ging aan; het fluitje van de scheidsrechter klonk door de stilte van de nacht. Buiten was het stil, binnen was het oorlog om de bal. Marokko speelde goed. Ze hielden het vol. Ze groeiden in de wedstrijd. Keeper Zaki verricht geweldige reddingen. In de 89e minuut versiert Duitsland een vrije trap, de in Nederland zo gehate Lothar Matthäus schiet 'm erin. Hij is nu ook gehaat in Marokko. De televisie gaat uit. We moeten naar bed. Ik heb een brok in de keel. Ik moet huilen.

Ik denk dat ik nooit meer over die teleurstelling heen ben gekomen. Alle Marokkaanse elftallen die daarna kwamen spiegelde ik aan dit Marokkaanse elftal. En daarom kon ik alleen maar teleurgesteld raken. Waarom was dat? Jeugdsentiment natuurlijk. Wat je in je kindertijd ervaart is de maat der dingen. We moeten het verleden zien te overwinnen, nooit de toekomst. We moeten in het reine zien te komen met het verleden, nooit de toekomst. We spiegelen ons zijn aan onze kindertijd. Het kind overheerst alles.

De kindertijd groeit uit tot een mythe. Alles wat je voelt en meemaakt in je kindertijd lijkt later iemand anders overkomen te zijn. Je kijkt naar jezelf als naar een held in een film. Wat je als kind beleefde, beleef je nu nog een keer vanuit de positie van de toeschouwer, je kijkt naar jezelf. Die afstand maakt de frustratie nog groter. Alles wat groots was, gebeurde daar. Het hier en nu is slechts een slap aftreksel. We kunnen niet meer bij onze kindertijd.

Het elftal van 1986 groeide uit tot een mythe. Daarom kon het niet anders of al die andere Marokkaanse elftallen waren een slap aftreksel. Soms zag ik ze spelen, soms was het goed, meestal was het middelmatig en heel vaak was het ondermaats. Marokko leek te lijden onder de vloek van Mexico. Dat was niet verdiend. De generatie van 1986 was een unieke generatie. Alles viel toen samen.

Ondertussen groeide ik op in Nederland. Het was Oranje wat de klok sloeg en Oranje was goed. Europees kampioen in 1988. Internationale successen. En dan dat prachtige multiculturele elftal dat in 1998 op het Wereldkampioenschap in Frankrijk de halve finale haalde. De goal van Bergkamp tegen de Argentijnen zal ik nooit vergeten.

Ik was op dat moment toevallig in Marokko en keek de wedstrijd in Rabat in een café. Iedereen was voor Argentinië, ik was voor Nederland. Bergkamp scoorde de bevrijdende 2-1 met een prachtig doelpunt. Ik voelde me trots. Dit was een goed elftal. Het had klasse, het had macht, het had genialiteit.

Het Marokkaanse elftal, daarentegen, had een probleem: was het wel mogelijk om met voetballers die waren geboren en getogen in Nederland te spelen op Afrikaanse bodem? Marokko deed erg zijn best om de Nederlands-Marokkaanse talenten te verleiden voor Marokko te kiezen. De spelers kwamen van een koude kermis thuis. Ze kwamen erachter dat in Marokko de organisatie, de speelwijze en de cultuur totaal anders is dan in Nederland. Met desastreuze misverstanden tot gevolg.

Het Marokkaanse elftal hobbelde krampachtig over een knollenveld van goede bedoelingen, maar met weinig richting, zonder identiteit, of misschien wel een teveel aan identiteit. Marokkaans, Berbers, Arabisch Nederlands, de mix klonterde aan alle kanten. Het was een vreemdelingenlegioen zonder vaste grond onder de voeten. De babylonische spraakverwarring in de kleedkamers was ook op het veld terug te zien. Iedereen schreeuwde in z'n moerstaal, maar niemand begreep elkaar.

Het Nederlandse voetbal ondertussen worstelde ook met zijn identiteit. Na een aantal succesvolle eindrondes bleek de koek op. De Nederlandse school met dat mooie, vloeiende spel, werd gekopieerd en verbeterd. Nederland bleef achter als verliezer.

Het voetbal was zijn identiteit kwijt, net als het land. Waren we nu wel of niet de Europese zaak toegedaan? Waren we nu wel of niet bereid om solidariteit met de Grieken en de vluchtelingen te tonen? Of moesten we, zo klonk het, verraad plegen aan onze kernwaarden? Nederland zwalkte. Het elftal ook.

Marokko is voor het eerst in twintig jaar weer op een WK, Nederland niet. Ik zie dit als straf voor onze onwil om te vernieuwen. Dus moeten we even op het strafbankje zitten om ons chagrijn te verbijten. Laten we de tijd nemen om eens rustig om eens heen te kijken. Wanneer alles je te snel gaat en je verdwaasd rondloopt op zoek naar een nieuwe bestemming is de beste oplossing om even niks te doen. Gewoon gaan zitten en om je heen kijken. Zien hoe de wereld verandert is nog geen verplichting om mee te veranderen.

Als ik om me heen kijk dan zie ik landen die zelfvertrouwen hebben en landen die dat niet hebben. Nederland heeft het niet. We zijn het geloof in onszelf kwijt en de successen uit het verleden zijn een last geworden.

Succesvol zijn in sport gaat als het erop aankomt om vertrouwen in elkaar. Je moet elkaar blindelings kunnen vertrouwen. Je kan ook teveel vertrouwen hebben in elkaar, de praktijk corrigeert dat, als het goed is. Vertrouwen moet je krijgen, want wanneer het erom spant, dan moet je elkaar durven los te laten in de zekerheid dat je ook weer opgevangen wordt. Blindelings vertrouwen is cruciaal in topsport. Het minieme verschil tussen de eerste of tweede plek, tussen eeuwige roem of verlies zit 'm in dat vertrouwen.

Waar vinden we inspiratie om weer zelfvertrouwen te krijgen? Ik vind die inspiratie bij het nieuwe Marokkaanse elftal. We kunnen het beter het Marokkaanse elftal van Nederland noemen. Veel basisspelers hebben hun wortels in Nederland. In Marokko vinden ze dit geweldig. Zij zien internationalisering als een verrijking. Wat deze jongens met wortels in Dronten en Rotterdam en Huizen bindt, is de positie van underdog. Hun hele leven knokken ze om erbij te horen; ze hebben veel moeten overwinnen. Dit Marokkaanse elftal is de ultieme underdog.

Deze jongens zijn bereid om voor elkaar te knokken. Ze stralen jeugdigheid uit, maar ook de verbetenheid die bij oude strijders hoort. Dat moet ook wel als je van zo ver komt. Ze behoren tot de post-9/11 generatie. Toen ze kinderen waren, hoorden ze over Pim Fortuyn. Zonder dat ze het wisten zagen ze hun land, Nederland, polariseren. En steeds werden ze op hun etniciteit en geloof aangesproken. Ze voelden al jong dat ze er niet helemaal bij hoorden. De samenleving had weinig vertrouwen in ze. Voor hen zijn woorden als tolerantie, integratie en vertrouwen dode woorden uit een stoffig woordenboek.

Wantrouwen, intolerantie en polarisatie is wat ze gewend zijn. Dit jaar nemen ze sportieve revanche. Door voor Marokko te kiezen, kiezen ze positie in de samenleving. Geven ze de Nederlandse samenleving de rode kaart. Hun roots liggen in Nederland, maar ze kiezen voor het land van hun voorvaders. Ze nemen hun Hollandse branie, inzichten en ervaringen mee. In dat opzicht zijn ze een exportproduct van de Nederlandse school. Maar emotioneel gaan ze voor Marokko, zo beschermen ze hun aangevallen identiteit.

Vertrouwen tussen mensen wordt gesmeed wanneer er wederzijds respect is. Ik denk dat dit soort vertrouwenskwesties belangrijk zijn om te kunnen excelleren. Je hebt sporters die gedijen bij conflict met hun aanhang. Deze jongens willen juist acceptatie, ze gedijen bij vertrouwen. Ik denk dat wanneer je je hele leven lang met polarisatie te maken hebt, je snakt naar een warm bad van vertrouwen. Een plek waar je je veilig voelt.

Toen ze dat vertrouwen niet kregen van de samenleving, staken ze over naar Marokko. Steeds weer zeggen ze dat ze zich in Marokko welkom voelen, gewaardeerd, ze voelen zich daar grote sportmannen. Zie ik de nieuwe Bouderbala in Ziyech? Is dit elftal in staat om de geest van 1986 uit te drijven? Het zijn onze jongens die daar spelen. De Leeuwen van de Atlas zijn terug. Mijn vertrouwen hebben ze. En vertrouwen, is alles.

meer weten?

De opname van bovenstaande Brainwash Talk vond plaats voor de uitschakeling van Marokko op het WK voetbal in Rusland.