Daarom gaan onze economieën nog steeds uit van vraag en afhankelijk zijn van een oneindige groei van het BBP. Onze economieën zijn zelfs financieel, politiek en maatschappelijk verslaafd aan die oneindige groei. Ze zijn financieel verslaafd omdat in de financiële sector het streven naar maximaal rendement centraal staat. Commerciële banken creëren geld als schuld met rente, dus het moet met meer geld worden terugbetaald.
Dat stimuleert die oneindige groei.
We zijn politiek verslaafd omdat politici een hogere belastingopbrengst willen zonder belastingverhoging. Dat kan het beste door te zorgen voor economische groei. Premiers willen allemaal hun plek op de G20-gezinsfoto behouden, maar bij stagnerende economische groei worden ze eruit getrapt door de volgende economische grootmacht.
We zijn ook maatschappelijk verslaafd. Na een eeuw consumentenpropaganda zijn we ervan overtuigd dat winkelen de beste therapie is. En dat we onszelf kunnen transformeren door nog iets te kopen.
Hoe is die verslaving zo diep geworteld geraakt in onze economie? Het verhaal wordt samengevat in een boek uit 1960 van W.W. Rostow. Ik ben er zo dol op dat ik er een eerste druk van heb. Het heet 'De vijf fasen van economische groei, een niet-communistisch manifest'. Je kunt al ruiken dat het politiek is. Rostow zei dat elke economie een tocht aflegt in vijf fasen. Eerst heb je de traditionele maatschappij waarin niet veel gebeurt. Dan krijg je de voorwaarden voor de sprong voorwaarts: de aanzet tot mechanisering, het ontstaan van een bancair systeem. Er komt onderwijs om arbeidskrachten op te leiden. Dan komt de sprong voorwaarts, waarbij groei de normale situatie wordt en de opkomst van samengestelde rente een zegen is. De natie wordt gevoed met nationalisme en het geloof dat groei bijdraagt aan een beter leven voor de kinderen. Dan komt de volle ontwikkeling, waarbij je elke gewenste industrie kunt hebben. De vijfde en laatste fase is het tijdperk van massaconsumptie waarin je alles kunt kopen wat je wilt.
Je hoort dat Rostow uitgaat van de metafoor van een vliegreis. Maar deze vliegreis is uniek, want er mag nooit een landing komen. Rostow liet ons maar doorvliegen in de consumptiemaatschappij. Dat wist hij zelf ook. Hij schreef zelfs: 'Dan komt een volgende vraag, waar de geschiedenis ons weinig biedt. Wat doen we als de inkomensstijging z'n charme verliest?' Die vraag heeft hij nooit beantwoord. Het was namelijk 1960. Hij was adviseur van presidentskandidaat J.F. Kennedy. Kennedy wilde verkozen worden en beloofde 5 procent groei. Rostow moest het vliegtuig in de lucht houden en zich niet afvragen of, hoe en wanneer het ooit mocht landen.
Nu zijn we een halve eeuw verder en vliegen we nog steeds. En daar betalen we de prijs voor. De huidige economieën gaan uit van eeuwige groei en zijn zeer ongelijk. Het overgrote deel van het rendement gaat naar de 1% en heeft de meerderheid niets te bieden. Onze economieën vernietigen ook de planeet waarvan we afhankelijk zijn. We halen grondstoffen uit de aarde, en maken er spullen van die we na gebruik weggooien. Dat gaat in tegen de cycli van deze buitengewone planeet.
Op deze vliegreis gaat niet alles goed. Dat weten de politici ook. Ze beloven nieuwe perspectieven voor de toekomst. Ze beloven ons groene, veerkrachtige, inclusieve, slimme of eerlijke groei. Duurzame en evenwichtige groei. Je mag zelf je toekomst kiezen, als je maar kiest voor groei.