Soepbord zonder bodem.
Als je aandacht besteedt aan wat je doet, gaan dingen opvallen, omdat je het rustiger aan doet. Het is niet het gretige graaien, maar: 'Hé, dit is lekker'. Het is het verschil tussen iemand die wijn proeft en de smaak opmerkt en iemand die het naar binnen giet. Je geniet er meer van als je er meer aandacht aan besteedt.
Het volgende punt is appreciatie. Je geniet, wetende dat alles vergankelijk is. Dat maakt het zo fijn om te genieten van wat we hebben.
Tot slot is acceptatie belangrijk. Je moet accepteren dat dingen voorbij gaan. Dus je hebt aandacht, appreciatie en acceptatie. Daardoor kun je van fijne dingen genieten en je menselijkheid accepteren, zonder in paniek te raken en je overal aan vast te willen klampen. Je laat dingen los.
Je kunt dit toepassen op allerlei soorten genot. Maar het fijne van eten is dat het iets is dat we regelmatig moeten doen. Als je hiermee oefent, dan onderwijs je jezelf elke dag in de juiste manier van omgaan met al het genot dat op je pad komt.
Maar er is nog iets. Het gaat niet alleen om genot. Ik heb het over 'genot', maar eigenlijk is dat niet het juiste woord. Als je dingen waardeert op een echt menselijke manier, dekt het woord 'genot' de lading niet. Want wat je verwerft, is een gevoeligheid, waardering en bewustzijn van het wonder van het leven. Dat is iets dat fundamenteel anders is dan genot. Ik geef een voorbeeld van hoe dat werkt bij eten.
Echt eten is meer dan wat zich in je mond en op je tong afspeelt. Wat je meeneemt terwijl je eet, zijn waarden, overtuigingen en gevoelens. Dat verandert de betekenis van eten. Een simpel voorbeeld is het eten van vlees, voor mensen die geen vegetariër zijn. Maakt het geen verschil als je weet dat het vlees dat je eet afkomstig is van een dier dat een goed leven heeft gehad? Als je dat weet, verandert dat je eetervaring.
Interessant genoeg verschaft het niet zozeer meer genot. Als je een slachthuis bezoekt en weet welke offers er zijn gebracht om dat stuk vlees op je bord, dan denk je niet: 'Ik vind het leuker om varkens te eten nu ik heb gezien hoe ze worden gedood.' Het geeft je een diepere en meer intense waardering. Het maakt je bewust van het wonder van het leven. Dat gaat niet alleen om genieten.
Denken over eten wordt afgedaan door filosofen en theologen, omdat het als iets dierlijks wordt gezien waar wij boven dienen te staan. Wij moeten daartegen in opstand komen, want het is niet waar. Tijdens het eten neem je alles mee. Je levenshouding, je houding ten opzichte van genot, je waarden, je intellect en je emoties. Alles komt bij elkaar als je eet.
Als je de juiste houding ten opzichte van voedsel ontwikkelt, ontwikkel je de juiste houding ten opzichte van het leven in het algemeen.