Gary Davis vertelde me dat de Allenbybrug voor hem een soort gedicht was. Ik vond dat destijds een nogal manke vergelijking, totdat ik een stuk las van een Amerikaanse dichter, Christian Wiman. Hij vergeleek de poëzie met de arctische wildernis. Dat stuk ging over de vraag hoe je eigenlijk de waarde van poëzie bepaalt.
Hij zei: 'Als we heel concreet kijken, ook hier in Nederland, is poëzie feitelijk waardeloos.' Nederland telt zo'n 7.000 actieve poëzielezers. En dat is nog best veel. In de meeste landen is dat aantal relatief veel lager. Poëzie stelt eigenlijk niet zo heel veel voor in onze cultuur, concreet gezien. We kopen weinig bundels, het wordt weinig geschreven, weinig gelezen.
Je zou kunnen zeggen: niet heel waardevol. Dit argument doet Wiman denken aan de discussie in Amerika over de vraag of er wel of niet geboord moest worden in de arctische wildernis. Je zou kunnen zeggen: we hebben de olie nodig, dat gebied ligt zo ver van de bewoonde wereld, en niemand merkt het als we daar boren. En goed, het is het broedgebied van de boskariboe… Maar, what the hell is een boskariboe? Laten we gewoon boren.
Wimans antwoord daarop is dat het in die discussie aan één argument ontbreekt. En dat is het belangrijkste argument. Wiman denkt dat het misschien niet genoemd wordt, omdat het ogenschijnlijk een zwak argument is. En ook een heel a-politiek argument.
Het is het idee dat een plek altijd méér is dan een plek. Een plek is meer dan de geografische ligging van die plek. Je hebt Nederland. Nederland als locatie, wat hier ligt. Maar je hebt ook Nederland als idee. Het concept Nederland. Nederland hoe het in onze hoofden zit. Alle vragen, twijfels, alle angsten en ideeën, alle hoop, alles wat dat woord en dat idee oproept, zelfs in de hoofden van mensen die nog nooit in Nederland zijn geweest.
Hetzelfde geldt voor de Noordpool. De Noordpool is naast een plek ook een metafoor in onze cultuur. Het is een witte stip op de kaart. Het is het idee dat er ruimte is. Het dus van alles, naast die geografische plek die het is. Volgens Wiman is dat eigenlijk precies wat poëzie is, waar poëzie over gaat. Poëzie gaat niet over de concrete plek, maar over datgene wat het nog meer is. En wat je dus heel moeilijk kunt benoemen.
Wiman zegt: er is zoiets als de ziel van een plek. En er is zoiets als een gedeeld besef dat de mensen, de dingen, de landen méér zijn dan de fysieke vorm waarin ze zich voordoen. Iedereen heeft ergens wel het besef dat we op allerlei manieren verwikkeld zijn in elkaar en in de wereld. Op manieren die we nooit helemaal kunnen definiëren en overzien. Precies dat is ook poëzie. Precies dat is de diepzee, de Allenbybrug.