Geograaf Wouter van Gent vindt Michlines situatie kenmerkend voor de huidige staat van de woningmarkt, want zij is zeker niet de enige die moeite heeft om een woning te vinden. Er hoeft maar iets tegen te zitten – je relatie gaat uit, of je verliest je baan – of je staat op straat. Nu het ook voor de kinderen van de middenklasse steeds moeilijker wordt om een huis te bemachtigen, staat de wooncrisisis hoog op de maatschappelijke agenda. Toch ligt de oorzaak van dit probleem al veel eerder.
De wortels van deze crisis moeten we zoeken in 1989, volgens Van Gent. "Toen kwam de nota Volkshuisvesting in de jaren 90 uit, waarin een nieuw beleid werd voorgesteld. Voor die tijd was wonen een recht: de regering moest ervoor zorgen dat iedereen betaalbaar kon wonen." Sociale huur en huursubsidies waren daar belangrijke middelen voor. In 1989 wordt een heel ander beleid voorgesteld: de overheid zette sterk in op koopwoningen en woningcorporaties werden verzelfstandigd.
Na 2001 werd dat beleid nog sterker aangezet. "Dan zegt het beleid: de beste burgers hebben een koopwoning, want zij zijn autonoom en verantwoordelijk. Ze hebben bezit, waarmee ze een appeltje voor de dorst hebben. Dat denken gaat steeds verder." Na de financiële crisis van 2008 is de toegang tot sociale huurwoningen steeds moeilijker gemaakt, terwijl particulier verhuren juist aantrekkelijker werd. Toenmalig minister Stef Blok ging internationale beurzen af om investeerders uit te nodigen te investeren in Nederlandse huurwoningen. De huren stegen en ook de prijzen van koopwoningen schoten omhoog. De wooncrisis was een feit.