Hoogopgeleiden die toch kiezen voor praktisch werk, digitale nomaden en 90 procent moeders, allemaal trends die schrijver Frida Boeke tegenkwam om de werkende mens anno 2024 te duiden in haar verhalenbundel De tijd van je leven (2024). Zij verliet de corporate wereld om zich volledig vast te bijten in de betekenis van werk voor haar generatie.

"Je moet een gevoel van autonomie hebben om je gelukkig te voelen in werk."

Frida Boeke (1991) is columnist bij het Financiële Dagblad, podcastmaker en schrijver. Haar carrière begon veelbelovend bij een Nederlandse biergigant, waar ze na een traineeship snel doorgroeide.

Toch ontdekte ze dat het werk als marketeer het niet was voor haar. Maar wat dan wel? Inmiddels is ze eigen baas en werkt als schrijver, columnist en mediamaker, een keuze die haar voor heel nieuwe uitdagingen stelt.

Wat maakte dat je stopte met je werk als marketeer?

“Ik had zes jaar als marketeer gewerkt en leerde veel, maar toen de coronapandemie uitbrak en ik voor mijn werk in Berlijn woonde, begon ik me af te vragen wat ik nou eigenlijk toevoegde. De wereld stond in brand en ik was vanuit het buitenland bier aan het verkopen.

Ik werkte ook thuis, ver weg van de gezellige sfeer op kantoor in Amsterdam. Het werd ineens veel duidelijker wat ik dagelijks aan het doen was:  het vergroten van de winst van een enorm beursgenoteerd bedrijf. Daardoor besefte ik dat dit niet de richting was die ik wilde volgen.”

Het bleek niet je roeping?

“Nee, maar of ik die nu wel gevonden heb, weet ik niet. Het idee van een roeping lijkt bijna spiritueel maar is, geloof ik, een vrij kapitalistisch concept. We moeten zogenaamd hard op zoek naar die roeping, om ons vervolgens het schompes te werken om hem waar te maken. Bovendien lijkt het iets statisch, iets wat nooit meer kan veranderen. Ik denk dat we moeten normaliseren dat je elke paar jaar kan wisselen van werk als je daar zin in hebt.”

Waarom denk je dat werk steeds vaker wordt gezien als een roeping?

"Vanaf de 20ste eeuw is de rol van religie afgenomen in ons leven, en werk lijkt daarvoor in de plaats te komen, schrijft ook journalist Derek Thompson

De uitspraak 'Als je doet wat je leuk vindt, voelt het nooit als werk' hoor je vaak, maar spoort indirect aan om eindeloos door te werken. Sommige mensen die hun werk verliezen weten ineens niet meer wie ze eigenlijk zijn. Er zijn ook mensen die zich zo sterk met hun werk identificeren dat ze zich zo uit de naad werken dat ze een burn-out krijgen, wat vooral een probleem is bij jongere generaties. Het zou beter zijn als je werk wat makkelijker kunt loskoppelen van je identiteit. Op jonge leeftijd krijg je al de vraag: ‘Wat wil je later worden?’Je moet het meest efficiënte pad bewandelen om dat doel te bereiken. Daardoor zijn we ook geconditioneerd om ons al van jongs af aan met onze productiviteit bezig te houden."

Hoe heb je die drang naar productiviteit ervaren tijdens het schrijven van je boek? Dat is iets waar je de tijd voor moet nemen.

“Ik heb het boek in minder dan een jaar geschreven, wat achteraf gezien misschien wel te snel was. Als ik er nu op terugkijk, had ik mezelf best wat meer tijd mogen gunnen en het boek later kunnen uitbrengen. Maar op dat moment voelde dat niet als een optie. Ik legde mezelf die strakke deadline op.”

Kijk je nu anders naar wat je hebt geschreven in je boek?

“Toen ik het boek schreef, was ik net als freelancer aan de slag. Nu ben ik dat al ruim drie jaar en denk ik bijvoorbeeld anders over de 3 P’s die ik in mijn boek bespreek: poen, pret en prestige. Er wordt vaak gezegd dat werk minstens twee van die drie elementen moet hebben om voldoening te geven. Veel mensen hebben het nu over purpose. Maar ik denk dat we het moeten hebben over zingeving. Iets bijdragen aan een groter geheel, is voor veel jonge mensen tegenwoordig een belangrijke motivatie, zowel in hun werk als in hun privéleven.”

In je boek heb je het over een jongen met wie je hebt gedatet. Voor hem was de P van prestige heel belangrijk.

“Ja, ik was ooit op een date met een jongen die me vertelde dat hij zijn e-mails, die hij overdag schreef, bewust om 23:00 uur voor verzending inplande. Zo leek het alsof hij tot heel laat aan het werk was, terwijl dat helemaal niet nodig was – hij was namelijk praktisch de baas van het bedrijf. Zijn redenering was dat hij zichzelf daarmee het recht gaf om de volgende ochtend pas rond tien uur op kantoor te verschijnen. Hij gaf prioriteit aan de schijn van hard werken, puur om een bepaald beeld van zichzelf neer te zetten waardoor hij zich meer kon veroorloven. Een vrij transactionele vorm van prestige dus.”

Alle drie de P’s lijken te gaan over onszelf. Is er een element in werk dat meer over de gemeenschap zou kunnen gaan?

“Ik denk dat we zingeving daaraan kunnen toevoegen. Bewust niet purpose, terwijl die misschien voor de hand ligt, juist omdat dat woord tegenwoordig vaak wordt ingezet om hyperindividualistische keuzes te rechtvaardigen. Het idee van zingeving, iets bijdragen aan een groter geheel, is voor veel jonge mensen tegenwoordig een belangrijke motivatie, zowel in hun werk als in hun privéleven.”

Vrijheid lijkt ook van groot belang voor een nieuwe generatie werkenden. Hoe kijk jij daarnaar?

“Ik zie dat veel jonge mensen zich blindstaren op het idee van vrijheid. Je ziet nu veel digitale nomaden die remote willen werken en vanuit een koffietentje in Portugal af en toe hun laptop willen openklappen. Ik denk dat we daarmee zand in onze ogen strooien. Ik heb zelf heel veel digitale nomaden gesproken en de meesten vinden hun werk zelf niet interessant of uitdagend. Dan ben je uiteindelijk toch je werktijd aan het weggooien aan iets dat je niet waardevol vindt. 

Het is zonde dat je die tijd niet hebt gebruikt voor wat je echt waardevol vindt of waar je in gelooft. Wat natuurlijk ook speelt is dat al deze digitale nomaden zo min mogelijk willen werken, maar wel verwachten dat ze op momenten dat hun uitkomt naar de supermarkt kunnen of na werktijd meteen op een surfplank kunnen staan."

Gaat vrijheid vaak meer over de vorm dan over de inhoud?

“Toen ik terugkwam in Amsterdam na mijn werk in Berlijn en voor mezelf begon te werken, ontdekte ik dat het voor mij essentieel is om deel uit te maken van een gemeenschap. Ik werk nu vanuit een gedeelde werkplek met tien andere creatieven en makers en dat geeft me een gevoel van vastigheid. Ik denk dat ik dat gevoel van verbondenheid en stabiliteit niet zou kunnen vinden als ik elke maand mijn laptop ergens anders zou openklappen.

Natuurlijk zijn er ook communities van digitale nomaden die op zulke plekken werken, maar die zijn vaak losgezongen van de maatschappij. Neem Portugal: daar zie je dat de toestroom van digitale nomaden de vastgoedprijzen enorm opdrijft, wat leidt tot een woningcrisis voor de lokale bevolking. Ik zou me daar niet prettig bij voelen. Het gaat niet alleen om de vrijheid om te werken waar je wilt, maar ook om de impact die je hebt op de samenleving om je heen." 

Je schrijft in je boek dat vrijheid vaak een lege belofte is. Wat bedoel je daarmee?

“Bedrijven beloven bijvoorbeeld in vacatureteksten dat je zoveel weken per jaar remote kunt werken, je eigen tijd kunt indelen of uren kunt besteden aan vrijwilligerswerk. Dat klinkt natuurlijk heel aantrekkelijk, maar de vraag is: wat betekent dat voor de daadwerkelijke vrijheid die je hebt in je werk?

Je kan bijvoorbeeld nog steeds voor een advocatenkantoor werken dat allerlei schadelijke bedrijven moet verdedigen of als er strikte controles zijn op wat je precies moet presteren, dan is die belofte van vrijheid eigenlijk heel leeg. Wat heb je aan vrijheid als je niet kunt bepalen wat je doet? Of als je geen invloed hebt op de projecten waar je aan werkt of de koers van die projecten?”

Wat betekent vrijheid in werk voor jou?

“Voor mij zit de essentie van vrijheid in werk in de ruimte om ideeën direct om te zetten in actie. Dat waardeer ik als freelancer: met een idee wakker worden en het de volgende dag al realiseren. Ik vind het prettig om columns te schrijven over onderwerpen die ik belangrijk vind en waar ik graag een bijdrage aan wil leveren. Die autonomie en creatieve vrijheid voelen voor mij als ultieme werkvrijheid.

Tijdens mijn eerste jaren bij de biergigant had ik een leidinggevende die me veel ruimte gaf om mijn werk op mijn eigen manier te doen. Dat voelde ook als vrijheid: geen constante controle, maar vertrouwen in mijn aanpak. Je moet het gevoel van autonomie hebben om je gelukkig te voelen in werk. Ik denk dat we dat veel meer mogen nastreven.”

Interviews elke twee weken bezorgd in je inbox?
abonneer je op onze nieuwsbrief