'Een gevecht op links zonder winnaar', of een 'inhoudelijk debat zonder gamechangers', waarbij je bovendien 'af en toe het geluid had kunnen uitzetten'. Het eerste televisiedebat in aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen is, ook zonder Wilders en Rutte, niet onopgemerkt gebleven in landelijke media. Ook bestuurskundige Albert Jan Kruiter keek, maar bekent dat hij niet goed weet wat hij er mee moet.
Het is al vaak gezegd in de analyses: het Rode Hoed-debat van RTL was inhoudelijk, en ook redelijk beschaafd. Toch weet ik niet zo heel goed wat ik er mee moet. Dat heeft twee redenen. Allereerst de thema's die behandeld werden in het debat. Het ging over eenzaamheid, identiteit en euthanasie. Je kan je afvragen of de overheid daar over gaat. Ten tweede de structuur van het debat zelf: de losse stellingen die behandeld werden, staan integrale oplossingen in de weg. Waarom bespreken we werk los van zorg? En zorg los van onderwijs? Wat we nodig hebben zijn holistische oplossingen voor de verzorgingsstaat van de toekomst. Door thema's apart te behandelen, creëer je verkokering in de uitvoering.
Daarnaast bleven een aantal staatsrechtelijke- en bestuursfilosofische thema's liggen. Dat laatste zag je bij Jesse Klaver, die in het zorgdebat aangaf dat hij tegen economisme is, het reduceren van vraagstukken tot een financieel-economische kwestie. Om vervolgens wel voor het belasten van filerijden te zijn. Dan ben je blijkbaar wel voor financiële en economische prikkels bij zaken waar je tegen bent: een soort repressief economisme. Dat zou een mooie vraag zijn: is economisme minder erg om zaken te voorkomen die je niet wilt? Dat dergelijke verdiepende vragen achterwege bleven is jammer, want zo kun je het debat naar een andere hoogte brengen.
Nu bleef het bij zero sum: losse thema's, waarop de lijstrekkers konden aangeven of ze er meer of minder van wilden, of een beetje van allebei. Met zo'n debat kom je niet verder. Emile Roemer verwoordde dat prachtig: 'Wij schaffen het eigen risico in de zorg af'. Tegelijkertijd wil hij niet in een kabinet met de VVD. Als hij daardoor niet in het kabinet komt, schaft de SP dus helemaal niets af. 'Ga je wel met de VVD in een kabinet zitten als ze het Zorgfonds honoreren?', zou dan een vraag kunnen zijn. Dan wordt het veel minder vrijblijvend. Want politiek is niet vrijblijvend. Het zijn altijd trade-offs. Politici moeten individuele belangen van kiezers omsmeden tot een algemeen belang.
Dat is een pijnlijk maar noodzakelijk proces. Laat dat maar duidelijk worden. Je moet de achterkamertjes openbreken in zo'n debat-programma. Kiezers komen op voor hun eigen belang, politici moeten daar vervolgens een algemeen belang van maken. Dat moet inzichtelijk gemaakt worden. Waarom zou je lijsttrekkers niet in die twee uur een deel van een nieuw regeerakkoord in elkaar laten zetten? En ze dat aan het einde van de show aan kijkers laten presenteren? Dan kom je ergens, zie je dat er keuzes gemaakt moeten worden.
Soortgelijke kritiek heb ik op de Stemwijzer: we kunnen allerlei voorkeuren aangeven, bepalen wat we wel en wat we niet willen, maar nergens vertelt iemand ons dat als je én voor betere zorg, én voor beter onderwijs én voor het oplossen van de files bent, je ook twintig procent meer belasting gaat betalen. Democratie is geen snoepwinkel waar het gratis winkelen is: democratische politiek gaat over het afwegen van belangen. Niet alleen om het verwoorden daarvan.
Het debat werkt alleen als wij als kiezer onze keuzes kunnen scherpen. Dat lukte gisteravond maar heel soms, en dan alleen op ethische thema's. Het lukte in de discussies over identiteit, eenzaamheid, euthanasie. Terwijl je je kan afvragen of de overheid daar over gaat, of er iets aan kan doen. We laten als samenleving mensen vereenzamen. Gaat de overheid dat dan oplossen? En kan dat überhaupt, dat de staat eenzaamheid verhelpt? En een land identiteit geeft?
Daar miste ik de liberale inbreng, die zichzelf buiten spel had gezet. Dat was een politiek-filosofisch gemis. Het debat zou er interessanter door geworden zijn. Al kun je je afvragen hoe liberaal de VVD en PVV zijn, overigens.
Traditioneel gingen de zuilen in Nederland over identiteitsvraagstukken. Dat was geen staatsaangelegenheid. We deden dat in de polder, met allerlei organisaties in het maatschappelijk middenveld. Activist en filosoof Claude Lefort maakte daarin onderscheid tussen le en la politique. Tussen het politieke enerzijds, met praktische zaken die geregeld moeten worden door politici, en de onderstroom anderzijds: vragen over de inzet van onze schaarse middelen, en de waarden die daaraan ten grondslag liggen. Nu de zuilen verdampt zijn, eigent de staat zich dit soort vraagstukken toe. Dat zagen we ook gisteren weer tijdens het debat. De vraag of dat wenselijk is, stellen we niet.
We vragen ons niet af wat voor samenleving we willen zijn. Hoe gaan we om met kwesties als euthanasie, eenzaamheid, identiteit? We kijken teveel naar politici voor antwoorden op dergelijke vragen. We creëren de illusie dat politici alles moeten doen, terwijl alle grote politiek filosofen, van Plato tot John Stuart Mill, al zagen dat het de verkeerde kant op gaat, als er geen balans is tussen democratische samenleving en democratische politiek.
Het debat riep kortom veel politiek-filosofische vragen op die niet expliciet geadresseerd werden, laat staan beantwoord. Ik vrees dat dat exemplarisch is voor de politieke crisis van deze tijd.
meer weten?Deze bijdrage kwam tot stand in gesprek met bestuurskundige en publicist Albert Jan Kruiter. Hij is mede-oprichter van het Instituut voor Publieke Waarden, dat onderzoek doet naar de publieke zaak.