Het is een opmerkelijke paradox: na de Brexit en de verkiezing van Trump lijken heel veel mensen wakker. Ook binnen mijn generatie voelen velen sterker dan ooit de noodzaak tot politieke betrokkenheid en goede informatieverstrekking. Om uit de eigen bubbel te komen en meer verantwoordelijkheid te nemen voor deze samenleving. Tegelijkertijd willen de campagnes voor onze belangrijke Tweede Kamerverkiezingen maar niet op stoom komen. Sterker nog: het lijkt alsof veel politici bewust proberen de campagne te vertragen. Vreemd.
Ondertussen groeit het aantal zwevende kiezers: het is druk daar boven, hoog in de lucht. De zoekers, ze kijken naar beneden, of er een plek is om te landen. Maar veel politici lijken meer bezig met een schaakspel - uit beeld blijven, geen fouten maken - dan met een vurige, open campagne, waarin een strijd der ideeën plaatsvindt. Die terughoudendheid lijkt veel sterker dan in voorgaande verkiezingsjaren. Waarom, vraag ik me af? Waarom juist nu dat ontwijkgedrag? Willen sommige politici de weerbarstige tijd stil zetten in de hoop dat die verstilling ook de waanzin afremt? Omdat ze geen greep meer hebben op de wereld, nemen ze maar zo min mogelijk risico, zoiets? Ik weet het niet, maar vind het wel doodzonde.
Ik hoor steeds meer lijsttrekkers schaamteloos zeggen dat verkiezingen toch pas in de laatste twee weken worden beslist. Ze erkennen daarmee impliciet dat ze vooral gericht zijn op het spel der campagne - de flashy debatten en media optredens -, niet op het informeren van de kiezer of het uitdragen van dat waarin ze geloven. Daarmee degraderen ze de verkiezingen tot een circus, waarbij het belangrijkste is: pieken op het juiste moment. Maar als je aanstuurt op een circus, mag het toch niet verbazen dat momenteel overal ter wereld de beste circusartiesten winnen?
Lijsttrekkers als Rutte en Wilders komen niet naar debatten, waarmee ze de start van de campagne steeds uitstellen door buiten beeld te blijven. Zo vertragen ze het spel om hun winstkans te vergroten.