Politie, veiligheid, controle van burgers, omgang met terroristische dreiging. Op dergelijke thema's zijn alle politieke partijen in Nederland de laatste jaren naar rechts opgeschoven. Daarmee is echter niet de hele politiek verrechtst, zoals wel eens beweerd wordt. Bij meer morele vraagstukken, die van oudsher met links werden geassocieerd, zien we een tegengestelde beweging. Bij vraagstukken als abortus, seksualiteit, gender en in bepaalde mate ook euthanasie, is het hele spectrum naar links opgeschoven.
Links en rechts zijn dus nog steeds handig in het bepalen van de oriëntatie van een politieke partij, maar het is belangrijk te weten dat er combinaties mogelijk zijn. Partijen kunnen én rechts én progressief zijn. Dat zie je bijvoorbeeld bij het schermen met homo- en vrouwenrechten, die breed gedragen worden in de Nederlandse politiek. Alle partijen, tot ongeveer halverwege de Christen Unie, verdedigen deze rechten. De consensus over deze thema's is relatief recent en verrassend. Pas de afgelopen vijftien jaar zijn het breed gedeelde en zelfs populistische thema's geworden.
Voor iemand als Hans Janmaat speelden die rechten nog helemaal niet. Met Pim Fortuyn, zelf homo, werden ze onderdeel van het debat. Homo- en vrouwenrechten werden ingebracht in de discussie over multiculturele samenleving en de politieke islam: niet als universele mensenrechten maar als 'typisch Nederlands'. Om zo een onderscheid te maken met mensen die niet 'typisch Nederlands' zijn: migranten.
De tekst gaat verder onder de foto.