'Sinds 2012 roep ik dat systemen gebouwd worden voor massasurveillance. Na 9/11 werden die systemen op poten gezet en geïntroduceerd als tijdelijk. Maar ze zijn niet meer weggegaan. In het begin van de coronacrisis heb ik me vooral druk gemaakt over die corona-app, vooral omdat veel mensen vooral bezig gingen met de info-security – de technische details – van de app, terwijl ik vond dat we het belangrijkste over het hoofd zagen. Namelijk: dat er een surveillance-maatschappij wordt gecreëerd waarbij van jou geëist wordt altijd een device bij je te hebben.'
'Iedereen heeft in dit scenario een tracking device bij zich, in de vorm van een mobiele telefoon. En dat is wel een grote verschuiving ten opzichte van tien, twintig jaar geleden. Vaak wordt in het privacy-debat gezegd dat je maar geen Facebook of mobiele telefoon moet gebruiken, als het je niet zint. Sowieso is dat een beetje een drogreden, want stel dat je daarin meegaat, dan heb je die vrije keus niet meer. En dan kom je bij het punt dat ik eerder aanstipte, dat overheden en grote bedrijven gretig samenwerken.'
'In het begin zag je dat Google opeens locatie-data ging uitleveren aan overheden. Dat is iets volledig nieuws, waarvan altijd gezegd is dat het nooit zou gebeuren. Nu kan Google tegen je zeggen als je ergens naartoe wil gaan: 'Pas op, het is hier te druk.' Maar hoe ver zal dat systeem gaan? Je kunt je voorstellen dat het een stuk repressiever kan worden, als je dat systeem doortrekt. Stel je voor dat je in een Tesla rijdt – wat ik graag een rijdende iPad noem – en het systeem vindt dat je ergens niet mag of kan komen. Dan kan het systeem ingrijpen en voorkomen dat je daar komt. Over dat soort scenario's moeten we nadenken. Hoe ver mogen dit soort systemen gaan?'