De officiële beleidslijn is duidelijk: Europa en Nederland moeten alles op alles zetten om een onoverbrugbare technologie-achterstand op de VS en China te voorkomen. Binnen de universiteiten wil het kabinet op grote schaal geld van sociale wetenschappen en geesteswetenschappen doorschuiven naar technische vakken. Innovatiebeleid in het algemeen ademt de vrees dat wij in de technologieën van de toekomst een marginale speler worden.
Gek genoeg gaat die zorg gepaard met een andere angst – namelijk die voor de gevolgen van digitale technologie zelf, met name kunstmatige intelligentie (KI). Die, zo is het idee, zal banen en onze privésfeer vermorzelen, ongelijkheid doen toenemen, en onze sociale relaties transformeren. Denk bijvoorbeeld aan het Chinese credit scoring stelsel, een systeem dat jouw digitale voetafdruk vertaalt naar een score van 'goed burgerschap' of de mogelijkheden voor sociale controle door automatische gezichtsherkenning. Fans van Black Mirror kunnen zich hier alles bij voorstellen. In tegenstelling tot de VS en China zijn wij daarom terughoudend in de toepassing van digitale technologie op grote schaal. In Amerika hebben tech-reuzen alle ruimte om hun digitale monopolies te verzilveren; vanuit Beijing bouwt het Chinese bestuur een ongeëvenaarde, data-vretende surveillance-machine.