De wereld van veel sterrenkundigen stond op z'n kop, twee maanden geleden. Zeven aarde-achtige planeten werden ontdekt rond één enkele ster, TRAPPIST-1. Dat klinkt opmerkelijk, maar exoplaneten als deze worden tegenwoordig bij bosjes ontdekt. De vondst wordt bejubeld in de pers, er wordt extra onderzoek aangekondigd, en dan wordt het stil.
Althans, aan de buitenkant. Binnen de sterrenkunde zijn de Trappist-planeten inmiddels een razend populair onderzoeksobject. Wat maakt dat deze planeten de sterrenkundige wereld al maandenlang in vervoering brengen? Dat Trappist voor veel sterrenkundigen inmiddels een toverwoord is geworden?
Tekst loopt door onder de afbeelding.
Het Trappist-stelsel is een soort mini-zonnestelsel. Moederster TRAPPIST-1 is een zogenaamde rode dwergster, veel kleiner (ongeveer zo groot als Jupiter) en koeler dan de zon. De zeven planeten zitten dichtbij hun ster; hun omloopbanen passen binnen de baan van Mercurius.
Drie van de zeven staan op de juiste afstand van de ster zodat er in theorie vloeibaar water op hun oppervlak zou kunnen bestaan. Omdat water op aarde essentieel is voor leven, zijn planeten in deze zogenaamde 'bewoonbare zone' veelbelovende objecten voor de zoektocht naar buitenaards leven.
Inmiddels is 'Trappist' een toverwoord binnen de sterrenkunde. In de eerste maand na de ontdekking verschenen al meer dan vijf theoretische studies over het Trappist-stelsel. In een ervan wordt een model gepresenteerd voor de ontstaansgeschiedenis van het miniatuur-planetenstelsel.
Een ander gaat over 'panspermia', de hypothese dat het leven op aarde is ontstaan door kruisbestuiving van andere planeten. In een compact systeem als Trappist-1 zou panspermia makkelijk kunnen plaatsvinden, omdat de planeten zo dicht bij elkaar zitten.
Daarnaast is het Trappist-systeem een oase voor waarneem-sterrenkundigen. Het systeem staat op 'slechts' 40 lichtjaar afstand, een afstand die weliswaar te groot is om in de nabije toekomst door mensen af te leggen, maar dichtbij genoeg om de planeten door toekomstige telescopen als de James Webb Space Telescope en de European Extremely Large Telescope vast te leggen.
Tekst loopt door onder de afbeelding (ESO/L. Calçada).
Door in te zoomen op de planeetatmosferen terwijl de planeten voor hun ster langs bewegen, zullen sterrenkundigen kunnen vastleggen uit wat voor stoffen deze bestaan en of er inderdaad vloeibaar water vindbaar is op de planeten.
Wat de ontdekking het allerverbluffendst maakt, is de schaal die het impliceert. Driekwart van de sterren in de Melkweg is een rode dwergster. Rode dwergsterren zijn klein en koel en geven weinig licht; geen enkele is 's avonds met het blote oog zichtbaar. Als we in onze eigen 'achtertuin' al zo'n divers planeetsysteem vinden, dan herbergt de rest van de sterrenhemel een verborgen weelde.
In de woorden van professor Ignas Snellen van de Universiteit Leiden in een commentaar in Nature: 'Als deze configuratie gewoonlijk is in planetenstelsels, dan kan onze Melkweg krioelen met aarde-achtige planeten.'
De volgende keer dat je een overweldigende sterrenhemel ziet, realiseer je dus: de Trappisten zijn nog maar het topje van de ijsberg.
Deze ster is vernoemd naar de telescoop waarmee hij ontdekt is, de Transiting Planets and Planetesimals Small Telescope, kortweg TRAPPIST. Een – hoe kan het ook anders – Belgische telescoop. En, daarmee is het nog niet af, de opvolger van TRAPPIST heet SPECULOOS (Search for Planets EClipsing ULtra-cOOl Stars).
Een exoplaneet is een planeet, die draait rond een andere ster dan de zon.
Een lichtjaar is 9.500.000.000.000 km, de afstand die het licht in een jaar aflegt. New Horizons, het snelste ruimtevaartuig tot nu toe, zal met zijn topsnelheid van 13 km per seconde TRAPPIST-1 pas over 1 miljoen jaar tijd kunnen bereiken.