Een kampeerder maakt gebruik van wifi op de camping (Foto: ANP, Lex van Lieshout).
Dit is een valse en gevaarlijke tegenstelling. 'Digitaal dualisme' gaat immers volledig voorbij aan het feit dat de digitale wereld al lang tot alle haarvaten van ons bestaan is doorgedrongen en onze geleefde realiteit het resultaat is van een constante interactie tussen het digitale en het analoge (zowel in negatieve als positieve zin). Tevens is het een overschatting van de pre-digitale tijden van weleer, waarin diepgaande gesprekken en 'echt contact' blijkbaar dagelijkse kost was.
Er is geen sprake van twee werelden, er is één wereld, een die zowel technologisch als organisch is, fysiek als digitaal. Als ik op vakantie een paar dagen 'offline ga', ben ik mij er van bewust dat de online wereld nooit ver weg is. Sterker nog: eigenlijk ben ik nooit écht offline. De online wereld, alles wat ik online gelezen heb, de mensen die ik online heb gesproken, de dingen die ik online heb bekeken, ze zijn met mij. Ik kijk als het ware met een 'online bril' naar de fysieke wereld en andersom. Ik ben 'onlife'. Mijn realiteit is altijd augmented, technologisch bemiddeld. Dit was ook zo toen ik slechts boeken las of radio luisterde; het medium en intensiteit is alleen veranderd.
De online wereld is dus niet een neppe variant van de analoge wereld. Mensen zijn niet geheel iemand anders op Facebook, dan bijvoorbeeld bij de kapper. Ze laten hooguit een andere, uitvergrote kant van zichzelf zien. Elke context vraagt om een andere rol, om een andere 'zelf-performance'. Dit is misschien moeilijk te verkroppen voor al die mensen die op zoek zijn naar hun 'authentieke zelf', maar het menselijke leven is nu eenmaal een aaneenschakeling van subtiele en minder subtiele rollenspellen. En dat is niet 'nep'.
Het opvoeren van de tegenstelling online vs. offline, of fysiek vs. virtueel helpt ons niet om helder na te denken over wat nu precies op het spel staat. Tevens schept het ruimte voor een herwaardering van een traditionele en conservatieve visie op wat natuurlijk, gezond en normaal is. Voor veel mensen, veelal de minder geprivilegieerden onder ons, kan de analoge wereld namelijk net zo goed heel beperkend, verdrukkend en inauthentiek zijn. Denk aan al die introverten, gehandicapten en sociaal onhandigen onder ons voor wie de virtuele wereld juist ook kansen en mogelijkheden biedt.
Onze hedendaagse techno-paniek wordt daarbij steeds vaker ronduit moraliserend. Online-vriendschappen worden als 'niet echt' of 'oppervlakkig' bestempeld, foto's maken met je iPad in het Rijksmuseum als 'niet in contact staan met'. Dit terwijl we allemaal best weten dat het soms beter en makkelijker is om moeilijke gesprekken niet face to face te hebben, en het fotograferen van iets ook een manier is om er waarde aan toe te kennen. Onze sociale realiteit is nu eenmaal complexer dan we denken.
Het gaat niet om wel of geen online, maar om welke en wat voor manier we digitale technologie inzetten om ons leven vorm te geven. Laten we de digitale onthouding dus vooral inzetten om ons kritisch te buigen over de kwaliteit van de virtuele wereld en de intenties en (financiële) belangen van haar hofleveranciers in Silicon Valley. En laten we vooral ook af en toe een digitale pauze inlassen om ons er aan te herinneren dat diversiteit aan activiteiten goed is voor ons lichaam en geest. Maar, en dit wil ik maar al te graag nog een keer benadrukken, laten we onze virtuele bestaan alsjeblieft niet gaan zien als nep.