Tom Chatfield doet een aantal interessante observaties, maar legt niet uit waarom technologie zo verslavend is, waarom we ons laten verleiden. Daar zijn we toch echt zelf bij. Blijkbaar halen we er iets uit. We denken dat we op internet iets kunnen delen en gehoord worden door anderen. We hebben de illusie dat het internet een open, democratisch systeem is.

In gesprek
We toetsen niet zomaar een zoekopdracht in op Google, maar gaan in gesprek met anderen, die zich ook op het internet begeven. Zelf bestelde ik een paar jaar terug online een box met recepten en ingrediƫnten voor het kerstdiner. Toen dat pakket niet op tijd geleverd werd, deed ik mijn beklag. Er bleken meer mensen te zijn, die het pakket niet gekregen hadden, en op Twitter op het laatste moment nog recepten deelden.

Verslavend
Dan krijgt het internet, dat systeem, zoals Chatfield het noemt, een gezicht. Die interactiviteit maakt het verslavend. Onze aandacht versplintert erdoor. Zelfs het toilet is tegenwoordig een Wifi-kabinet, waarin we even snel onze mail of Facebook checken. Dat patroon doorbreken is erg lastig, en heeft te maken met bewustwording.

Regeltjes opleggen
We moeten onszelf regeltjes opleggen, zoals een ouder een tiener disciplineert. Niet bij het opstaan meteen die telefoon pakken, bijvoorbeeld. Of na acht uur 's avonds geen Wifi meer. Zo doorbreken we de verslaving, en zorgen we ervoor dat we de smartphone niet meer nodig hebben om ons goed te voelen.