Nasdrin Dchar tijdens de Ieder1-manifestatie in 2016 (foto: ANP/Koen van Weel).
'Het idee dat er zomaar andere mensen bijkomen die aanspraak kunnen maken op de rechten van onze samenleving, blijkt lastig verteerbaar, zelfs als ze gevlucht zijn voor oorlog. De bezorgde bewoners zijn geworteld in Hoogvliet, en weten zich geen raad met nieuwe mensen die de taal niet spreken en niet dezelfde gewoonten hebben. Ze komen ze tegen op straat en weten niet of ze ze moeten groeten. Het is dus niet alleen de Kalasjnikov, maar ook de angst voor integratie en het onvermogen over de vraag: wat moeten we met die mensen? Hoe kunnen we van een zij ook een wij maken?'
'Ze denken niet dat het gaat lukken. Maar ze hebben er ook geen zin in. Op de uitnodiging om eens langs te komen om kennis te maken, geeft een van de aanwezigen het antwoord dat hij ze al kan zien vanuit het keukenraam, en niet geïnteresseerd is in een ontmoeting. Deze mensen zeggen: 'Liever niet bij ons, hou het ver van mijn bed.'
Hebben dit soort bijeenkomsten dan zin?
'Ja, de zin van dit soort avonden – en dat geldt ook voor andere protesten of samenkomsten – is groter dan je denkt. Door alles wat de bewoners van Hoogvliet bespreken, heeft het ook wel effect gehad. Ze proberen die tussenpersoon te begrijpen, en zich te verplaatsen in wat hij te zeggen heeft. Er is sprake van dialoog, de buurtbewoners kwamen om te praten. Het idee dat het misschien wel meevalt heeft toch wat zuurstof gekregen. Ze zullen nooit zeggen: 'Prima, laat ze maar komen, nu ik er nog eens over nadenk.' Dat gaat niet gebeuren. Maar er is wel bereidheid tot gesprek en misschien zelfs een gevoel van gelatenheid: het moet maar.'
'Dat protesteren of in groepen bij elkaar komen zinvol is, zie je ook aan de andere bijeenkomsten in de film. Bij de demonstratie van Ieder1, voor een Nederland voor iedereen, zie je dat het hele Museumplein vol met mensen staat. Het gevoel dat je kennelijk niet alleen staat, maar tot een grote massa behoort, geeft steun. En stel dat er maar een handjevol mensen op de anti-homogewelddemonstratie in Arnhem was afgekomen, dan was het mislukt.'
'Je moet dus gaan, en je moet met z'n allen gaan. Als je het niet doet, is er geen protest, en is er ook geen groep. Je moet het doen, en je moet het uitdragen. Je moet voor jezelf kunnen peilen of je er alleen in staat, of dat je onderdeel bent van een grote groep. Dat geldt ook voor de huldiging van Feyenoord die je in de film ziet, het ultieme clubgevoel waarbij de hele Coolsingel in Rotterdam feest staat te vieren. Van zo'n zelfde clubgevoel is eigenlijk ook sprake bij de anti-homogewelddemonstratie. Je hebt een team waar je voor juicht. Juist doordat je er met elkaar gaat staan, máák je Nederland.'
Tekst loopt door onder de afbeelding.