Het aantal vrouwen in de top neemt af – dat lijkt schrikbarend. Diversiteit in raden van bestuur is goed, weet iedereen. En vrouwen zorgen voor diversiteit, want vrouwen zijn geen mannen, is het idee. Gaat het over vrouwen aan de top, dan lees ik steeds weer dat mijn geslachtsgenoten minder haantjesgedrag vertonen, empathischer zijn en zich als 'verbinder' opstellen.
Bepaald door sekse
Maar: is het niet vreemd een vaste set karaktereigenschappen aan een geslacht te koppelen? Daarmee doen we alsof wie we zijn voornamelijk bepaald wordt door onze sekse; ons geslacht de beslissende factor bij de vorming van onze identiteit. Ik geloof niet dat dat zo is. Hoe we ons gedragen wordt door een oneindig aantal factoren bepaald. Niet alleen door wat er tussen onze benen zit, net zo goed door onze geboorteplaats, opvoeding, etniciteit, religie, geaardheid, ervaring, leeftijd, gezinssituatie; door welke medicijnen we slikken en hoe gezond we zijn.
Ja, diversiteit in de top is belangrijk. Maar waarom zouden we sekse als doorslaggevend criterium zien? Als we op zoek zijn naar empathische leiders, kunnen we misschien beter naar het karakter dan naar het geslacht van sollicitanten kijken. Test niet alleen op stressbestendigheid maar ook op emotioneel bereik.
Haantje in mantelpak Nee, niemand mag worden afgewezen vanwege zijn geslacht. Maar wanneer we minder haantjes in de top willen, heeft het weinig zin een haantje in mantelpak aan te nemen. Dan liever een verbinder met penis.