“Allee, nog vijf minuutjes,” antwoordt haar moeder Miche Impens. Het zijn precies de woorden die Charlotte (33) haar in haar jeugd hoorde zeggen, als ze nog iets langer wilde spelen, of nog even wat langer wilde opblijven. “Het was het moment dat ik in mijn kinderrol terugviel. De angst, de shock en het verzet tegen haar dood kwamen als een golf over mij heen.”
In september 2019 horen Charlotte en haar twee zussen dat hun moeder ziek is. Longkanker, uitgezaaid naar de botten. Het ziet er niet goed uit. Charlotte is net aangekomen in Canada, waar ze met een werkvakantievisum een jaar zou blijven. “Mama belde mij om te vertellen dat ze slecht nieuws had. Je voelt je vastgeketend aan de grond.”
Het is onduidelijk hoeveel tijd haar moeder nog heeft, maar ze wil graag dat Charlotte naar huis komt. Terug in België vallen de maanden daarna Charlotte zwaar. “Het was voor mij moeilijk, omdat ik niet zo’n makkelijke band met mama had. Ik had niets meer: geen werk en geen verblijfplaats. Ik moest mijn droom in Canada laten gaan, maar ik wilde wel voor mama zorgen.” Haar moeder krijgt chemo in de hoop haar toch te genezen, maar het mag niet baten. De dokters denken dat ze nog drie maanden heeft. Uiteindelijk is haar een jaar gegeven. “Het had nog langer kunnen zijn, maar ze had te veel pijn.”