Na de miljoenen kijkers die de vijfdelige serie De Wasstraat trok, de aandacht in bijna alle landelijke dagbladen en optredens in televisietalkshows, is het niet verwonderlijk dat sociaal ondernemer Martin Kniest herkend wordt op straat. Ook ruim anderhalf jaar na de laatste uitzending nog. “Na afloop van die rollercoaster heb ik veertien dagen voor mezelf genomen om te verwerken wat er allemaal was gebeurd en te bedenken wat ik wil. Is de wasstraat de wasstraat en laat ik het daarbij, of heb ik de energie om nog meer mensen verder te helpen?”
De serie geeft een gezicht aan mannen als Patrick, Daan en Abdul, met een afstand tot de arbeidsmarkt. Kniest draait het liever om: niet de mensen hebben een afstand tot de arbeidsmarkt, werkgevers hebben een afstand tot de mensen. “Die afstand wordt gecreëerd door de arbeidsmarkt. Mensen kunnen prima werken, maar je moet iemand wel op waarde inschatten en een plek geven. Dat begint met uitvragen wie iemand is, wat zijn of haar verleden is, wat iemands passies zijn.” Overigens heeft Kniest het ook niet over werknemers als hij het over zijn personeel praat. Hij noemt ze liever ‘mijn jongens’.