Even leek het tij te keren voor de schoonmakers, vuilnismannen, pakketbezorgers en zorgverleners in ons land. Tijdens de coronacrisis kregen zij voor het eerst de wijdverspreide erkenning dat hun beroep cruciaal is. Maar echte waardering in de vorm van betere salarissen, een lagere werkdruk en meer zekerheid bleef uit.
'In het begin vond ik het heel mooi dat mensen massaal applaudisseerden voor de helden van de coronacrisis', vertelt vuilnisman Marco Groenewoud (49) aan de telefoon. 'We worden gezien', dacht ik. Maar wat is daarvan overgebleven? De Kamer rende letterlijk weg toen ze moesten stemmen voor salarisverhoging in de zorg. Ik kan me er nog steeds kwaad om maken, en ik ben zelf niet eens zorgverlener. Wij vuilnismannen moesten ook extra hard werken, en kregen een pak stroopwafels als bedankje.'
Het is nu voor het eerst dat ze de krachten bundelen, zegt Groenewoud. Normaal onderhandelen zorgverleners, leraren, vuilnismannen en schoonmakers apart van elkaar voor een nieuwe cao met betere arbeidsvoorwaarden. De oude vakbondsgedachte dat zij misschien niet het geld, maar wel de aantallen hebben, zetten ze dit keer kracht bij door schouder aan schouder met alle cruciale beroepsgroepen te staan. Zorgverleners naast vuilnismannen. 'Samen. Als we met z'n allen gaan staan, staan we sterker.'