Het irritantste van LHBTQ zijn is dat je je steeds moet verhouden tot allerlei stereotypen. Ik heb helemaal geen zin om de mythe te verspreiden dat biseksuelen notoir promiscue zijn, maar ik ben dus wel een biseksueel die geen interesse heeft in monogame relaties. Ik weet zeker dat ik op meerdere genders val, maar door mijn relatie met een man moet ik vaak eerst bewijzen of ik wel queer genoeg ben, door bijvoorbeeld op te sommen hoeveel relaties ik met vrouwen heb gehad, hoe lang die duurden, en waarom het is uitgegaan.
En ik zou willen dat ik over dit soort dingen steeds opnieuw m'n schouders kon ophalen, maar op een gegeven moment ga je het internaliseren. Dan ga je zelf ook geloven dat dat verwarrende niet-kiezen van jou problematisch is. En ik begrijp het ook; ik weet dat veel gays vervelende ervaringen hebben met hetero's die in de kast blijven zitten, die wel in zijn voor een flirt, maar niks meer – en toch blijf ik me verbijsteren over hoe snel mensen klaar staan om een ander te classificeren aan de hand van hun gender. 'Het werkt niet met een man erbij', schreef iemand me laatst op een dating app, nadat ze had gevraagd wat mijn partner dan was. 'Dat weet ik uit ervaring.'
'Je zou toch willen roepen tegen zo iemand', zegt een van m'n beste vrienden: 'Liefde is fucking traumatisch, het is eng en kwetsbaar. Iemand die monogaam is en enkel op vrouwen valt kan ook je hart breken en je favoriete koffiekopje laten vallen. Doe chill en drink een drankje ofzo.' En ik zou dat ook willen roepen. Maar ik vrees dat ik het (nog) niet in me heb.
Misschien wordt het toch tijd om mijn label aan te passen, dacht ik, naar een woord dat aangeeft dat ik simpelweg niet zo'n interesse heb in die rare hokjes die zogenaamd iets zouden zeggen over wie je bent, die je persoonlijkheid, aantrekkelijkheid, of mogelijkheid om een goede relatie op te bouwen zouden bepalen of zelfs maar beïnvloeden. Panseksueel, misschien. Of ik beperk me voortaan tot het woord dat ik al jaren noem, naast biseksueel; een woord dat alles in het midden laat en de onduidelijkheid omarmt. Een identiteit die vooral zegt dat ze alles op losse schroeven zet: queer.
Het probleem met elke term is dat je 'm moet toelichten, dat er vragen komen van mensen die willen weten hoe je bij dat label bent uitgekomen, waarom je nu juist dat woord hebt gekozen. Het liefst zou ik zeggen: ik ben Sofia in Hot Milk (mijn favoriete zomerboek van Deborah Levy); ik houd van zwemmen, en ik houd van haar en hem en hen. Misschien is dat wel de zichtbaarheid die we nodig hebben, wij mensen die niet op één gender vallen: een zichtbaarheid die vanzelfsprekend is in z'n onzekerheid, die wankelt, en die tegelijkertijd onontkoombaar echt is.