Ik had met beide handen Helens arm vast. Helen was mijn beste vriendin. Haar moeder kwam uit Ethiopiƫ. Ik hield de arm vlak onder mijn neus en snoof diep. Helen keek me verwachtingsvol aan.
Verspreiding van de voorouders
Een stukje geschiedenis: tot 70.000 jaar voor Christus (als je bedenkt dat de aarde zo'n 4,6 miljard jaar bestaat is dat eigenlijk nog niet zo gek lang geleden) woonden alle mensen in Afrika. De enige reden dat onze voorouders zich over de rest van de aarde verspreidden, was dat ze zich voortplantten als konijnen en op zoek moesten naar nieuw vruchtbaar land.
Vitamine D-tekort
45.000 Jaar voor Christus kwamen de eerste mensen in West-Europa aan. Al die mensen hadden een donkere huidskleur. (Pas weer duizenden jaren later zorgde een vitamine D-tekort ervoor dat de huid van de Europeanen langzaam steeds blanker kleurde.)
Helen en haar moeder
In ons stadje moest het gebrek aan vitamine D uitzonderlijk zijn geweest: er woonden louter blanken. Afgezien dan van Helen en haar moeder. Zij werden dan ook argwanend in de gaten gehouden door de rest van de buurtbewoners. Hun huidskleur, vonden ze, ontsierde het straatbeeld.
"Het ruikt niet naar poep"
Na vijf keer geconcentreerd te hebben gesnoven liet ik de arm los, lichtelijk teleurgesteld. "Het ruikt niet naar poep," zei ik. Zij rook ook nog even, en daarna aan de mijne. "Nee," zei ze, ook wat ontgoocheld. "Ze ruiken eigenlijk best wel hetzelfde."