We geloven te veel in één dominant verhaal, zegt psychiater Glenn Helberg. Niet alleen in de psychiatrie, maar in onze hele samenleving moeten we leren luisteren naar de ander. We spraken hem over individualisme en zijn worsteling met de DSM-methode waarin de problemen van patiënten in rap tempo gekwalificeerd moeten worden.


In zijn nieuwe boek Als ik luister schrijft Helberg aan de hand van ervaringen met patiënten en persoonlijke ervaringen uit zijn leven hoe zijn ideeën over zijn vak zijn gevormd. Daarbij vertelt hij over hoe hij opgroeide in Curaçao, in Nederland geneeskunde studeerde en daarna ging werken. Hij schrijft over de relatie met zijn ouders, over zijn coming-out en over zijn werk als psychiater.

Als medeoprichter van het Expertisecentrum Transculturele Therapie kijkt Helberg naar wat de mens vormt, zoals taal, historie en cultuur. De dominante westerse psychiatrie is voor Helberg niet voldoende om zijn patiënten te behandelen. Wanneer andere denkwijzen nuttig blijken, zijn ze in de praktijk van Helberg van harte welkom.

Er is te weinig aandacht voor de plek die relaties hebben in onze samenleving. Terwijl, de mens is fundamenteel relationeel, we verhouden ons constant tot elkaar.

Het gesprek met Helberg voor dit artikel vindt plaats in zijn spreekkamer, die er precies zo uitziet als hij omschrijft in zijn boek: overal zijn voorwerpen te vinden die doen denken aan verschillende religies en culturen. Vandaag doet de bank bij de psychiater dienst als zitplaats voor een interview.

In Zomergasten vertelde u dat de psychiatrie alles te maken heeft met wat er in de samenleving gebeurt. Als u deze zou psychologiseren, wat zou dan uw analyse zijn?

'In onze samenleving zie ik de sporen van de zuilencultuur. Het lijkt wel alsof we terugwillen naar die cultuur waarin we alles keurig hadden opgedeeld. Dat we die groepen in stand willen houden. Mensen zeggen dat polarisatie iets is van deze tijd, maar ik denk dat het iets is wat van oudsher in onze cultuur zit. En dat we daardoor in die gepolariseerde situatie terecht zijn gekomen.'

'We moeten met z'n allen leren dat die zuilen niet meer kunnen. Dat we werkelijk de ander moeten zien in de geschiedenis die er is en dat we moeten leren hoe je gezamenlijk een toekomst creëert. Dat betekent dat je mensen niet moet verzwakken door hun cultuur niet te laten beleven. Kijk bijvoorbeeld naar de toeslagenaffaire, waar mensen zo gewantrouwd zijn en etnisch geprofileerd werden. Hoeveel pijn dat beleid heeft veroorzaakt in de gezinnen. Niet alleen de ouders zijn getraumatiseerd geraakt, maar ook hun kinderen. Met dat profileren creëer je trauma, en dat trauma is veroorzaakt door vooroordelen die men over een bepaalde groep heeft.'

Ook in de DSM-methode moeten mensen gecategoriseerd worden. In uw boek beschrijft u hoe u binnen de GGZ werkte toen u hiermee te maken kreeg.

'Als jonge arts wilde ik eerst beschrijven wat ik zag voordat ik iemand in een hokje plaatste. Maar men was opzoek naar classificering en vanuit het Westen wilde men een classificatie maken die zogenaamd geldig was voor iedereen. Alsof de psychiatrie een vak is dat overal en voor iedereen zou kunnen gelden. Financierders vonden het erg interessant als we mensen in hokjes plaatsten. Na één sessie moest je al een DSM (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, red.) optekenen en dit ging steeds meer werken als diagnose. Hiermee kon je dus ook gelijk weten hoe zwaar een patiënt weegt in geld.'

'Wat ik heb meegemaakt rondom de DSM, vond ik vreselijk. Terwijl mijn collegae probeerden om de DSM steeds bruikbaarder te maken, zag ik dat de financierder steeds meer grip kreeg op het DSM-stelsel om de diagnose tot een product te maken waar geld aanhing. Ik heb me daar erg ongelukkig over gevoeld. Ook omdat ik graag op een andere manier kijk. Ik werk met mensen uit verschillende culturen en sommige dingen zijn dan niet in te passen, terwijl je wel iets kan zeggen over wat er aan de hand is en waar het door veroorzaakt wordt. Ik vond mijn vak echt raar worden. Althans, de verplichte kant ervan.'

Glenn Helberg in Brainwash Talks

Waar moet een psychiater naar kijken als iemand aanklopt voor hulp?

'Wat ik erg belangrijk vind is: wat is nou de context waar iemand in verkeert? Wat heeft er zich binnen de context van het gezin en de familie afgespeeld? Wat is de economische situatie, hoe speelt geloof een rol, welke seksuele identiteit heeft iemand? Maar ook: wat zijn de vooroordelen die het leven van zo'n persoon moeilijk maken? Als je daarnaar wil kijken, dan heb je de tijd nodig. Het is makkelijk gedacht dat het perspectief dat jij hebt, het juiste perspectief is. Dat is het niet. De psychiatrie is een vak, waarin je erachter wil komen wat een patiënt heeft beïnvloed, welke interacties hebben plaatsgevonden tussen deze persoon en de omgeving, en waardoor die persoon op dat moment in die situatie zit.'

'Als één persoon ziek is in een systeem, dan heeft het hele systeem pijn. We focussen ons te veel op het individu en autonomie, terwijl de relatie tot elkaar zo fundamenteel is en waar zo veel in gecreëerd wordt. Ik vind dat we in onze hele samenleving veel niet goed doen als het gaat om de plek die relaties hebben in onze samenleving. Daar is te weinig aandacht voor. Terwijl de mens fundamenteel relationeel is, we verhouden ons constant tot elkaar.'

U schrijft dat we te weinig oog hebben voor de verschillende geschiedenissen waartoe mensen zich verhouden. Hoe bedoelt u dat?

'Soms lijkt het alsof individuele problemen, individuele problemen zijn. Maar stel dat je drie generaties bij elkaar in de spreekkamer hebt, de grootouders, ouders en kinderen. Dan ga je ineens overeenkomsten zien. En dan blijkt dat het individuele probleem van het kind, de pijn die er is, dat die in de vorige generatie ook heeft gespeeld. En in die generatie daarvoor ook. Je ziet dus een trans-generationele overdracht.'

'Soms sparen generaties elkaar. Dat zagen we bijvoorbeeld bij mensen die de Holocaust overleefd hebben. Hun kinderen pikten van alles op van hun ouders, maar ze spraken niet over wat er was gebeurd. De kinderen wisten niet waar het over ging, maar ontwikkelden wel individuele klachten. Vervolgens kwamen er kleinkinderen, die vragen stelden aan de grootouders en antwoorden kregen, waar hun ouders nog nooit van hadden gehoord.'

'Je ziet dat de eerste generatie na de Holocaust hun ouders spaarden omdat ze begrepen: ik kan het hier beter niet over hebben. Omdat die generatie heeft gezwegen en gedragen kreeg de generatie daarna eigenlijk toestemming om het te vragen. Dit hebben we begrepen in termen van Holocaust-survivors, maar het is een algemeen fenomeen van de mens. We vangen dingen van elkaar op en moeten tussen generaties kijken wat er speelt en wat wordt doorgegeven.'

'Kijk bijvoorbeeld naar de ontkenning van het koloniaal trauma. Dat vind ik een verantwoordelijkheid van ons allemaal. Het zwijgen en het ontkennen is eigenlijk het grootste kwaad. Waar instituten als de psychiatrie en de psychologie aan meedoen door een dominante westerse blik te blijven hanteren. Die westerse blik in de psychiatrie betrekt te weinig van alle relevante contexten. Daarom deden in mijn praktijk allerlei stromingen en denkwijzen mee.'

Op welke manier speelt het dominante denken vanuit de koloniale tijd door in de psychiatrie?

'Principes als het classificeren middels de DSM, en doen alsof dit voor de hele wereld geldt, dat is de basis van racisme geweest. Want daarin geloof je dat jouw dominante denken voor iedereen geldt. Niet voor niets ben ik daarom blij dat de APA, de Amerikaanse Psychiatrische Vereniging, hun excuses heeft aangeboden voor structureel racisme in de psychiatrie. Eindelijk ziet men in dat er sprake is van racisme in het systeem.'

Hoe wordt een behandeling bepaald binnen de transculturele therapie?

'Voor mij was het altijd zoeken naar het helingsvermogen in de persoon zelf. Ik denk dat je daarvoor als arts naar je klant moet luisteren en wat hij of zij zegt niet als onzin wegzet. Als ik over de zogenaamde 'buitenissige' zaken van mijn patiënten hoorde, over andere vormen van genezen dan de reguliere geneeskunde, dan was ik heel nieuwsgierig. Wat levert het op?'

'Met betrekking tot medicatie vind ik dat de relatie van de patiënt tot het medicament goed moet zijn. Toen ik zelf ziek werd vanwege nierfalen, was dat voor mij een van de belangrijkste dingen. Ik sprak met specialisten over de kwaliteit van mijn leven en in hoeverre hun levensreddende middelen mijn kwaliteit van leven omlaag zouden halen. Daarin maakte ik afwegingen voor mezelf. Uiteindelijk ben ik iemand geworden die last heeft gekregen van de bijwerkingen van verschillende medicatie. Maar om mij in leven te houden, moest ik dat op de koop toenemen.'

'Binnen de westerse geneeskunde en psychiatrie zijn er fantastische dingen ontwikkeld, daar ben ik heel blij mee. Maar ik ben ook zeer teleurgesteld over hoe de westerse geneeskunde en psychiatrie denkt over andere geneesmethoden die ook van waarde zijn. Want je kunt met chemo iets geweldig goed behandelen, terwijl de accupunctuur een hele belangrijke waarde kan hebben tijdens diezelfde behandeling.'

'Ik merk wel dat het begint door te breken. Er is steeds meer ruimte voor andere zienswijzen. We moeten veel meer zoeken naar de waarde die eerdere genezingsmethoden hebben en wat andere culturen hebben voortgebracht op waarde leren schatten. De vraag is: hoe kunnen we geneesmethoden toepassen die beter aansluiten bij de culturele bagage van de patiënt? Ons vak is moeilijk: trauma's zijn simpel gezegd niet met één theorie op te lossen.'